Hardcore Dutch

QuestionAnswer
on
aan
to
aan
to tackle
aangaan
to get dressed
aankleden
to touch
aanraken
to turn on
aanzetten
back
achter
to finish
afhebben
to cool down
afkoelen
to finish
afmaken
already
al
all sorts
allerlei
everything
alles
if
als
when
als
as
als
other
ander
Anna
Anna
the evening
avond
to understand
begrijpen
important
belangrijk
to prepare
bereiden
to decide
besluiten
to discuss
bespreken
rather
best
to order
bestellen
better
beter
to please
bevallen
to visit
bezoeken
to deliver
bezorgen
by
bij
for example
bijvoorbeeld
especially
bijzonder
special
bijzonder
inside
binnen
to come in
binnenkomen
to stay
blijven
to keep
blijven
fascinating
boeiend
outside
buiten
comfortable
comfortabel
to check
controleren
there
daar
then
daarna
that’s why
daarom
that's why
daarom
daily
dagelijks
then
dan
than
dan
that house
dat huis
the arrival
de aankomst
the back door
de achterdeur
the apple
de appel
the car
de auto
the evening
de avond
the bathroom
de badkamer
the ball
de bal
the joy
de blijdschap
the flower
de bloem
the flower vase
de bloemenvaas
the letter
de brief
the condition
de conditie
the check-up
de controle
the day
de dag
the date
de datum
the door
de deur
the shower
de douche
the dream
de droom
the energy
de energie
the experience
de ervaring
the family
de familie
the bike
de fiets
the movie
de film
the film
de film
the event
de gebeurtenis
the grammar
de grammatica
the vegetable
de groente
the vegetables
de groenten
the memory
de herinnering
the heat
de hitte
the dog
de hond
the interest
de interesse
the coat
de jas
the boy
de jongen
the room
de kamer
the office job
de kantoorbaan
the cupboard
de kast
the cat
de kat
the knowledge
de kennis
the kitchen
de keuken
the clothing
de kleding
the color
de kleur
the fridge
de koelkast
the coffee
de koffie
the spring
de lente
the meal
de maaltijd
the market
de markt
the melody
de melodie
the people
de mensen
the minute
de minuut
the wall
de muur
the music
de muziek
the music lesson
de muziekles
the nephew
de neef
the niece
de nicht
the new words
de nieuwe woorden
the note
de notitie
the morning
de ochtend
the relaxation
de ontspanning
the recording
de opname
the oven mitt
de ovenwant
the pan
de pan
the umbrella
de paraplu
the picnic
de picknick
the mail
de post
the practice
de praktijk
the reason
de reden
the rain
de regen
the trip
de reis
the school
de school
the shed
de schuur
the key
de sleutel
the lyric
de songtekst
the mirror
de spiegel
the city
de stad
the voice
de stem
the chair
de stoel
the street
de straat
the study
de studie
the task
de taak
the language
de taal
the table
de tafel
the tasks
de taken
the dentist
de tandarts
the phone
de telefoon
the television
de televisie
the future
de toekomst
the garden
de tuin
the challenge
de uitdaging
the explanation
de uitleg
the fan
de ventilator
the paint
de verf
the birthday
de verjaardag
the bird
de vogel
the birds
de vogels
the preparation
de voorbereiding
the fork
de vork
the friend
de vriend
the friends
de vrienden
the (female) friend
de vriendin
the girlfriend
de vriendin
the walk
de wandeling
the weatherman
de weerman
the way
de weg
the alarm clock
de wekker
the store
de winkel
the living room
de woonkamer
the singer
de zanger
the stamp
de zegel
the sister
de zus
the sisters
de zussen
the meeting
de bijeenkomst
the time
de keer
the time
de tijd
the meeting
de vergadering
partially
deels
to share
delen
to think
denken
this
deze
directly
direct
this
dit
this weekend
dit weekend
to do
doen
by
door
through
door
to continue
doorgaan
thirsty
dorstig
to run
draaien
to drink
drinken
to dream
dromen
busy
druk
so
dus
that
dat
that
die
a, an
een
a knife
een mes
an hour
een uur
a fork
een vork
earlier
eerder
first
eerst
first
eerste
own
eigen
finally
eindelijk
to end
eindigen
each other
elkaar
each other's
elkaars
every
elke
and
en
there
er
very
erg
to eat
eten
to bike
fietsen
to go
gaan
to use
gebruiken
to buy (past)
gekocht
luckily
gelukkig
easy
gemakkelijk
to enjoy
genieten
to enjoy
genieten van
dangerous
gevaarlijk
to give
geven
together
gezamenlijk
yesterday
gisteren
good
goed
gladly
graag
gladly, with pleasure
graag
to like to drink
graag drinken
to like
graag hebben
big
groot
her
haar
to hurry
haasten
to rush
haasten
to get
halen
to pick up
halen
useful
handig
to have
hebben
very
heel
hot
heet
at all
helemaal
to help
helpen
him
hem
remind
herinner
to remember
herinneren
it
het
the touching
het aanraken
the dinner
het avondeten
the bed
het bed
the message
het bericht
the visit
het bezoek
the book
het boek
the bread
het brood
the part
het deel
the enthusiasm
het enthousiasme
the food
het eten
the meal
het eten
the family member
het familielid
the party
het feest
the party
het feestje
the fruit
het fruit
the money
het geld
the company
het gezelschap
the fence
het hek
the head
het hoofd
the house
het huis
the homework
het huiswerk
the year
het jaar
the office
het kantoor
the cooking
het koken
the cup
het kopje
the laboratory
het laboratorium
the reading
het lezen
the song
het lied
the lake
het meer
the girl
het meisje
the knife
het mes
the news
het nieuws
the research
het onderzoek
the breakfast
het ontbijt
the tidying up
het opruimen
the paper
het papier
the park
het park
the plan
het plan
the post office
het postkantoor
the result
het resultaat
the season
het seizoen
the tablecloth
het tafelkleed
the time
het tijdstip
the hour
het uur
the story
het verhaal
the request
het verzoek
the object
het voorwerp
the water
het water
the weekend
het weekend
the weather
het weer
the work
het werk
the word
het woord
the search
het zoeken
here
hier
he
hij
how
hoe
although
hoewel
to hear
horen
to keep
houden
their
hun
everyone
iedereen
something
iets
I
ik
in
in
to
in
yes
ja
you
je
you
jij
your
jouw
right
juist
you (plural)
jullie
to watch
kijken
to look
kijken
ready
klaar
done
klaar
finished
klaar
small
klein
little
klein
colorful
kleurijk
to cook
koken
to come
komen
to buy
kopen
short
kort
to receive
krijgen
can
kunnen
to be able to
kunnen
to be able
kunnen
could
kunnen
late
laat
last
laatst
last
laatste
long
lang
longer
langer
later
later
instructive
leerzaam
to place
leggen
tasty
lekker
to learn
leren
to study
leren
fun
leuk
alive
levend
to read
lezen
rather
liever
to prefer
liever hebben
to lie
liggen
to seem
lijken
to walk
lopen
to listen
luisteren
but
maar
but, only
maar
to make
maken
me
me
myself
me
to come along
meekomen
to take along
meenemen
more
meer
several
meerdere
with
met
myself
mezelf
me
mij
my
mijn
at least
minstens
maybe
misschien
perhaps
misschien
tired
moe
difficult
moeilijk
to have to
moeten
must
moeten
must, have to
moeten
to be allowed
mogen
may
mogen
beautiful
mooi
tomorrow
morgen
after
na
to
naar
next to
naast
after
nadat
to take
nemen
not
niet
not only
niet alleen
new
nieuw
to need
nodig hebben
still
nog
now
nu
to practice
oefenen
or
of
for
om
because
omdat
to hug
omhelzen
online
online
our
ons
ourselves
ons
to remember
onthouden
to escape
ontsnappen
to relax
ontspannen
relaxed
ontspannen
to relax
ontspanning
unpredictable
onvoorspelbaar
our
onze
too
ook
also
ook
even though
ook al
even if
ook als
at
op
on
op
to go on vacation
op vakantie gaan
to store away
opbergen
to store
opbergen
open
open
to open
openen
to leave open
openlaten
again
opnieuw
to tidy up
opruimen
to get up
opstaan
old
oud
about
over
the day after tomorrow
overmorgen
to grab
pakken
to place
plaatsen
to plan
plannen
to schedule
plannen
to make plans
plannen maken
beautiful
prachtig
to talk
praten
to try
proberen
regularly
regelmatig
to rain
regenen
to run
rennen
to call out
roepen
red
rood
quietly
rustig
calmly
rustig
calm
rustig
boring
saai
together
samen
to paint
schilderen
clean
schoon
to clean
schoonmaken
to write
schrijven
to shake
schudden
to sleep
slapen
quickly
snel
fast
snel
quick
snel
faster
sneller
Sofie
Sofie
sometimes
soms
to play
spelen
to exercise
sporten
to speak
spreken
to talk
spreken
to stand
staan
to stop
stoppen
soon
straks
to study
studeren
to send
sturen
too
te
to draw
tekenen
while
terwijl
to appear
tevoorschijn komen
to appear
tevoorschijnkomen
home
thuis
at home
thuis
to come home
thuiskomen
ten
tien
time
tijd
during
tijdens
anyway
toch
still
toch
when
toen
Tom
Tom
until
totdat
out of
uit
to explain
uitleggen
to turn off
uitzetten
for hours
urenlang
often
vaak
more often
vaker
of
van
today
vandaag
a lot
veel
much
veel
much, many
veel
many
veel
to improve
verbeteren
to use (up)
verbruiken
to get lost
verdwaald raken
to disappear
verdwijnen
to forget
vergeten
to sell
verkopen
tiring
vermoeiend
to oversleep
verslapen
to tell
vertellen
to leave
vertrekken
to welcome
verwelkomen
to collect
verzamelen
to celebrate
vieren
dirty
vies
to find
vinden
to feel
voelen
to finish
voltooien
for
voor
before
voor
to prepare
voorbereiden
over
voorbij
before
voordat
to prevent
voorkomen
to predict
voorspellen
last year
vorig jaar
friendly
vriendelijk
to free
vrij
early
vroeg
why
waarom
to walk
wandelen
when
wanneer
because
want
warm
warm
to wash
wassen
what
wat
we
we
again
weer
work
werk
to work
werken
to work (on)
werken
to know
weten
we
wij
to want
willen
to live
wonen
to get
worden
to become
worden
will
zal
they
ze
them
ze
to say
zeggen
ourselves
zelf
even if
zelfs al
to set
zetten
herself
zich
oneself
zich
himself
zich
to be mistaken
zich vergissen
to mistake
zich vergissen
to see
zien
she
zij
they
zij
to be
zijn
his
zijn
to sing
zingen
to sit
zitten
like
zoals
so that
zodat
as soon as
zodra
to look for
zoeken
to search
zoeken
without
zonder
would
zouden
would like to
zouden graag
will
zullen
shall
zullen
weak
zwak
fresh
fris
to put
leggen
nice
leuk
nice
mooi
from
uit
from
van
fresh
vers
to put
zetten
one
één