lezen

Usages of lezen

Wij lezen een boek.
We read a book.
Wij lezen ook een boek.
We also read a book.
Anna leest een boek.
Anna reads a book.
Gisteren hebben wij een nieuw boek gelezen.
Yesterday we read a new book.
Hij en Sofie lezen samen een boek.
He and Sofie are reading a book together.
Wij hebben al een boek gelezen.
We have already read a book.
Ja, ik heb al een boek gelezen.
Yes, I have already read a book.
Anna leest veel boeken.
Anna reads a lot of books.
Ik pak een boek om te lezen.
I grab a book to read.
Ik wil eerst mijn boek lezen.
I want to read my book first.
Ik wil nog een boek lezen.
I want to read another book.
Wij lezen samen over de nieuwe plannen.
We read together about the new plans.
Wij lezen een boek na het werk.
We read a book after work.
Ik lees veel boeken zodat ik beter kan schrijven.
I read a lot of books so that I can write better.
Wij lezen samen over belangrijke plannen, ook als we moe zijn.
We read together about important plans, even if we are tired.
Zodra wij klaar zijn met onze maaltijd, zullen wij het boek lezen.
As soon as we are done with our meal, we will read the book.
Mijn zus leest een boek.
My sister reads a book.
Wij willen langer in het park blijven om te lezen.
We want to stay longer in the park to read.
Anna leest een ander verhaal.
Anna reads another story.
Ik wil nu graag een boek lezen.
I would like to read a book now.
Wij zullen deze notitie straks lezen.
We will read this note soon.
Ik wil liever een ander verhaal lezen.
I would rather read another story.
Wij lezen bij de schuur.
We read by the shed.
Zal jij jouw boek lezen na het avondeten?
Will you read your book after dinner?
Ik blijf liever thuis en lees een boek.
I prefer to stay home and read a book.
Ik lees graag thuis een boek.
I like to read a book at home.
Wij lezen vaak samen in de tuin.
We often read together in the garden.
Wij willen het verhaal levend houden door het vaak samen te lezen.
We want to keep the story alive by reading it together often.
Hoewel het boek soms saai lijkt, wil ik het toch graag lezen.
Although the book sometimes seems boring, I still want to read it.
Wij controleren het verhaal samen na het lezen.
We check the story together after reading.
Ik herinner me de keer dat wij samen een boek lazen.
I remember the time we read a book together.
Ik herinner me dat het moeilijk is om een boek te lezen als ik moe ben.
I remember that it is difficult to read a book when I am tired.
Mijn nicht en ik spreken over een bijzonder boek dat we vorig jaar gezamenlijk lazen.
My niece and I talk about a special book that we read together last year.
Ik moet mijn eigen boek lezen.
I have to read my own book.
Wij willen veel lezen zodat wij onze kennis verbeteren.
We want to read a lot so that we improve our knowledge.
Wij moeten elke dag tien minuten lezen.
We have to read ten minutes every day.
Ik lees rustig een boek in de tuin.
I read a book calmly in the garden.
Ik moet rustig lezen om alles goed te begrijpen.
I have to read calmly to understand everything well.
In de lente lezen wij een boek in de tuin.
In the spring we read a book in the garden.
Ik lees urenlang een boek.
I read a book for hours.
Ik wil juist nu een boek lezen.
I want to read a book right now.
Ik lees de post.
I read the mail.
Ik lees online een boek.
I read a book online.
Ik lees een boek over de geschiedenis van Nederland.
I am reading a book about the history of the Netherlands.
Zij leest dat gedicht hardop en vindt het erg mooi.
She reads that poem aloud and thinks it is very beautiful.
Blijf stil in de bibliotheek, want mensen willen daar rustig lezen.
Stay quiet in the library, because people want to read calmly there.
Anna leest hardop een boek.
Anna reads a book aloud.
Tom leest een interessant boek.
Tom reads an interesting book.
Bezoeker leest een boek.
The visitor reads a book.
Sofie leest het boekje in de tuin.
Sofie reads the little book in the garden.
Mijn moeder leest graag in de tuin.
My mother likes to read in the garden.
Tom leest het document.
Tom reads the document.
Wij lezen een boek over de fantasiewereld.
We read a book about the fantasy world.
Ik ga verder lezen.
I am going to continue reading.
Om ons te vermaken, lezen we soms een grappig verhaal of kijken we een korte film.
To amuse ourselves, we sometimes read a funny story or watch a short film.
Ik kan niet meteen beslissen of ik het nieuwe voorstel goed vind, want ik moet eerst alles lezen.
I cannot decide right away whether I like the new proposal, because I need to read everything first.
Ik lees per week een boek.
I read a book per week.
De leraar leest het verhaal.
The teacher reads the story.
Wil je een korte samenvatting van het boek dat je leent, of lees je liever zelf alles?
Do you want a short summary of the book you’re borrowing, or would you rather read everything yourself?
Ik geef je graag een samenvatting, vooral als je tijdelijk weinig tijd hebt om te lezen.
I am happy to give you a summary, especially if you temporarily have little time to read.
Ik lees een boek tijdens de treinrit.
I read a book during the train ride.
Tom leest de menukaart.
Tom reads the menu.
Onderweg lezen we een boek en luisteren we naar rustige muziek.
On the way we read a book and listen to calm music.
Ik lees de nieuwe versie van het boek.
I read the new version of the book.
Ik ga vanavond een boek lezen.
I am going to read a book tonight.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.

Start learning Dutch now