Usages of helpen
Mijn neef helpt mij met het opruimen, want hij vindt het leuk om samen te werken.
My nephew helps me tidy up, because he likes working together.
Als ik meer tijd had, zou ik mijn nicht graag helpen tijdens haar muzieklessen.
If I had more time, I would gladly help my niece during her music lessons.
Ik besluit om morgen te helpen, omdat ik veel redenen heb om sneller klaar te willen zijn.
I decide to help tomorrow because I have many reasons to want to be finished faster.
Wij helpen elkaar.
We help each other.
De bakker staat achter de kassa en helpt de klanten.
The baker stands behind the cash register and helps the customers.
Deze oefening helpt ons om de zachte klanken van de taal beter te leren.
This exercise helps us learn the soft sounds of the language better.
Deze verschillende spellen helpen ons om beter met elkaar te communiceren.
These different games help us communicate better with each other.
Ik denk dat dit advies kan helpen, want een beslissing is soms ingewikkeld.
I think this advice can help, because a decision is sometimes complicated.
De organisatie heeft meerdere onderdelen waar u kunt helpen.
The organization has multiple parts where you can help.
De dokter helpt mij.
The doctor helps me.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.