Usages of ze
Zij kan mij ook bellen als ze hulp nodig heeft bij het koken.
She can also call me if she needs help with cooking.
Ze gaat morgen naar school.
She goes to school tomorrow.
Mijn zus luistert elke avond naar een luisterboek voordat ze gaat slapen.
My sister listens to an audiobook every evening before going to sleep.
Dat cadeautje is alleen maar een boekje, maar ze zal er vast blij mee zijn.
That little gift is just a small book, but she will surely be happy with it.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.