Usages of brengen
Ober brengt koffie.
The waiter brings coffee.
Ik breng een boek naar de bibliotheek.
I bring a book to the library.
Tom brengt zijn bagage naar de balie om de koffer af te geven.
Tom brings his luggage to the counter to hand in the suitcase.
Ik doe de rommel in een grote vuilniszak en breng die naar buiten.
I put the mess in a big garbage bag and take it outside.
De deurbel gaat altijd twee keer als de postbode een pakket brengt.
The doorbell always rings twice when the mail carrier brings a package.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.