gebruiken

Usages of gebruiken

Aanraken van hete pannen is gevaarlijk, dus vergeet niet om ovenwanten te gebruiken.
Touching hot pans is dangerous, so don't forget to use oven mitts.
Zij gebruikt de ovenwant tijdens het koken.
She uses the oven mitt while cooking.
Hij gebruikt rode verf om de muur een frisse kleur te geven.
He uses red paint to give the wall a fresh color.
Wanneer ik verdwaald raak in de stad, gebruik ik mijn telefoon om de weg te vinden.
When I get lost in the city, I use my phone to find the way.
Ik gebruik deze kom om soep te serveren.
I use this bowl to serve soup.
In die fabriek worden veel machines gebruikt die wij niet zomaar mogen aanraken.
In that factory, many machines are used that we are not allowed to touch just like that.
Tom houdt ervan om kruiden toe te voegen wanneer hij kookt; hij gebruikt graag rozemarijn en basilicum.
Tom likes to add spices when he cooks; he likes to use rosemary and basil.
Ik gebruik vervoer om naar school te gaan.
I use transport to go to school.
Gebruik je zakdoek regelmatig zodat je niemand besmet als je verkouden bent.
Use your handkerchief regularly so that you don't infect anyone if you have a cold.
In het Nederlands maak je de imperatief meestal door alleen de stam van het werkwoord te gebruiken, zoals “Wacht!” of “Kom!”.
In Dutch, you usually form the imperative by using only the stem of the verb, such as “Wacht!” (Wait!) or “Kom!” (Come!).
Soms is het duidelijk wanneer je de imperatief moet gebruiken, vooral bij dringende instructies.
Sometimes it’s clear when you should use the imperative, especially in urgent instructions.
Wij gebruiken de strategie voor de wedstrijd.
We use the strategy for the match.
We gebruiken 'onze' bij de slaapkamer, want 'slaapkamer' is een de-woord.
We use 'onze' with 'slaapkamer', because 'slaapkamer' is a 'de' word.
Parkeren in het centrum is kostbaar, dus ik gebruik liever het openbaar vervoer.
Parking in the city center is expensive, so I prefer to use public transport.
Ik gebruik het beetje suiker in mijn koffie.
I use the little bit of sugar in my coffee.
Het werkwoord ‘hoeven’ gebruik je in het Nederlands vaak met ‘niet’ of ‘geen’ om aan te geven dat iets niet verplicht is.
In Dutch, you often use the verb “hoeven” with “niet” or “geen” to indicate that something is not mandatory.
In het Nederlands gebruiken we vaak ‘er’ als een onderwerp, zoals in “Er staat een auto voor de deur” of “Er is een probleem in de stad.”
In Dutch, we often use “er” as a subject, as in “Er staat een auto voor de deur” or “Er is a problem in the city.”
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.

Start learning Dutch now