Usages of de kast
Onze bloemenvazen verdwijnen soms uit zicht, omdat we ze achter in de kast zetten.
Our flower vases sometimes disappear from view because we put them in the back of the cupboard.
Ik leg het boek in de kast.
I put the book in the cupboard.
Ik vul de kast met boeken.
I fill the cupboard with books.
Het boek ligt hoog in de kast.
The book lies high in the cupboard.
Als ik klaar ben met stofzuigen, zet ik de stofzuiger in de kast.
When I am done vacuuming, I put the vacuum cleaner in the cupboard.
Het boek past in de kast.
The book fits in the cupboard.
De kast staat vol boeken.
The cupboard is full of books.
De jas hangt in de kast.
The coat is hanging in the cupboard.
Ik controleer de voorraad brood in de kast.
I check the stock of bread in the cupboard.
Tom zet de kast in elkaar.
Tom puts the cupboard together.
Ik leg de stapel boeken in de kast.
I put the stack of books in the cupboard.
Zij maakte de rommelige kast netjes voordat de gasten kwamen.
She tidied the messy cupboard before the guests arrived.
Ik trek de kast naar het raam.
I pull the cupboard to the window.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.