Usages of de balie
Tom brengt zijn bagage naar de balie om de koffer af te geven.
Tom brings his luggage to the counter to hand in the suitcase.
De klant laat zijn kaartjes zien bij de balie.
The customer shows his tickets at the counter.
Ik geef het formulier bij de balie af.
I hand in the form at the counter.
Bij de balie kreeg ik een stempel op mijn kaart.
At the counter I got a stamp on my card.
In de bibliotheek laat ik mijn bibliotheekpas zien aan de balie.
In the library I show my library card at the counter.
Neem je ID-kaart en een pasfoto mee naar de balie.
Bring your ID card and a passport photo to the counter.
De medewerker helpt ons bij de balie.
The staff member helps us at the counter.
De receptionist controleert onze reservering bij de balie.
The receptionist checks our reservation at the counter.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.