Usages of voor
Hij gaat eten koken voor zijn vriendin.
He is going to cook food for his girlfriend.
Tom heeft de deur open gelaten voor de kat.
Tom has left the door open for the cat.
Zij heeft de deur voor de hond open gelaten.
She has left the door open for the dog.
Ik leg het tafelkleed in de keuken en pak een mes en een vork voor de maaltijd.
I place the tablecloth in the kitchen and grab a knife and a fork for the meal.
Mijn familie wil dit weekend naar de markt om een mes en een vork voor de picknick te kopen.
My family wants to go to the market this weekend to buy a knife and a fork for the picnic.
Wij werken samen aan de taken voor het avondeten.
We work together on the tasks for dinner.
Wij haasten ons vaak naar het kantoor, omdat we de brief voor het postkantoor niet willen vergeten.
We often hurry to the office, because we do not want to forget the letter for the post office.
Op het postkantoor kopen wij een zegel voor onze brief en sturen wij een bericht naar onze vrienden.
At the post office, we buy a stamp for our letter and send a message to our friends.
Mijn zus wast zich voor het feest, terwijl ik me aankleed en geniet van de muziek.
My sister washes herself for the party, while I get dressed and enjoy the music.
Zij bereidt zich voor op het feest.
She prepares herself for the party.
Ik herinner me dat ik laatst vroeg op moest staan voor werk.
I remember that I had to get up early for work last time.
Hij doet het werk voor het feest.
He does the work for the party.
Overmorgen ga ik met mijn zussen naar de tandarts voor een controle.
The day after tomorrow, I am going to the dentist with my sisters for a check-up.
Mijn zus heeft al vaker een tandarts bezocht, maar voor mij voelt het nog nieuw.
My sister has visited a dentist more often, but for me it still feels new.
Wij kunnen doorgaan met onze studie, want de grammatica voor vandaag hebben we al deels geleerd.
We can continue our studies, because we have already partially learned today’s grammar.
De reis is heel belangrijk voor mij.
The trip is very important to me.
Wij wandelen naar het park voor ontspanning.
We walk to the park for relaxation.
Het jaar is voorbij en wij willen opnieuw plannen maken voor de toekomst.
The year is over and we want to make plans for the future again.
Mijn zus en ik gaan naar de praktijk voor een controle.
My sister and I go to the practice for a check-up.
Wij kunnen eindelijk onze plannen maken voor de toekomst.
We can finally make our plans for the future.
De droom is belangrijk voor mijn toekomst.
The dream is important for my future.
De voorbereiding voor de bijeenkomst is belangrijk.
The preparation for the meeting is important.
De voorbereiding voor het feest is erg belangrijk.
The preparation for the party is very important.
Ik heb veel enthousiasme voor muziek.
I have a lot of enthusiasm for music.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.