Usages of de zus
Ik roep mijn zus wanneer ik de badkamer nodig heb, omdat er maar één douche is.
I call out to my sister when I need the bathroom, because there is only one shower.
Mijn zus leest een boek.
My sister reads a book.
Mijn zus wast zich voor het feest, terwijl ik me aankleed en geniet van de muziek.
My sister washes herself for the party, while I get dressed and enjoy the music.
Overmorgen ga ik met mijn zussen naar de tandarts voor een controle.
The day after tomorrow, I am going to the dentist with my sisters for a check-up.
Mijn zus heeft al vaker een tandarts bezocht, maar voor mij voelt het nog nieuw.
My sister has visited a dentist more often, but for me it still feels new.
Overmorgen gaan mijn zussen en ik eindelijk weer naar de markt om verse groenten te kopen.
The day after tomorrow my sisters and I are finally going to the market again to buy fresh vegetables.
Mijn zus en ik gaan naar de praktijk voor een controle.
My sister and I go to the practice for a check-up.
Mijn zus vertelt mij een verhaal.
My sister tells me a story.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.