Usages of worden
De jongen moet elke dag schrijven om beter te worden.
The boy has to write every day to get better.
Hij moet elke dag oefenen om beter te worden.
He has to practice every day to get better.
De nieuwe zanger wordt op het feest verwelkomd door onze vrienden.
The new singer is welcomed at the party by our friends.
Diezelfde familieleden worden ook door onze vrienden omhelsd wanneer ze arriveren.
Those same family members are also hugged by our friends when they arrive.
Het weer wordt soms onvoorspelbaar, maar we blijven toch doorwandelen.
The weather is sometimes unpredictable, but we keep walking anyway.
Na het wassen van het raam sluit zij de gordijnen weer, want het wordt koud.
After washing the window, she closes the curtains again, because it is getting cold.
De verwarming is stuk, dus we moeten een monteur bellen voordat het kouder wordt.
The heating is broken, so we need to call a repairman before it gets colder.
Hij neemt het medicijn om beter te worden.
He takes the medicine to get better.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.