Usages of het sporten
Na het sporten heb ik een beetje pijn in mijn rug.
After exercising I have a little pain in my back.
Wij genieten van het sporten in het park.
We enjoy exercising in the park.
Na het sporten waste ik mijn handen grondig met die zeep.
After exercising I washed my hands thoroughly with that soap.
Na het sporten voel ik me sterker.
After exercising, I feel stronger.
Hij heeft pijn in zijn schouder na het sporten.
He has pain in his shoulder after exercising.
Na het sporten gooien we alle sokken in de wasmand.
After exercising we throw all the socks into the laundry basket.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.