Breakdown of Na het sporten waste ik mijn handen grondig met die zeep.
Questions & Answers about Na het sporten waste ik mijn handen grondig met die zeep.
Waste is the simple past of wassen. The conjugation is:
• Present: ik was / jij wast / hij wast / wij wassen
• Past: ik waste / jij waste / wij wasten
Because the sentence describes a past action, you use waste. Using ik was here would be ambiguous with past of zijn (to be).
Yes. In everyday Dutch the perfect is more frequent. You’d say:
Na het sporten heb ik mijn handen grondig met die zeep gewassen.
You still invert the subject and auxiliary when Na het sporten is fronted:
Na het sporten heb ik … gewassen.
Dutch follows the V2 rule. If you put a time adverbial first (like Na het sporten), the finite verb goes second and the subject third:
1) Na het sporten (time)
2) waste (finite verb)
3) ik (subject)
4) rest of sentence…
If you began with the subject, you’d say Ik waste na het sporten mijn handen…
• de zeep = the soap (definite article, general reference)
• die zeep = that soap (demonstrative, pointing to a particular soap)
• deze zeep = this soap (demonstrative, close to the speaker)
Here met die zeep means “with that specific soap” previously mentioned or indicated.
Grondig (thoroughly) is an adverb modifying waste. In a Dutch main clause, adverbs generally follow the direct object. The typical order is:
Time – Verb – Subject – Object – Adverb – Prepositional phrase.
So grondig comes right after mijn handen.
The simple past (waste) is grammatically correct but appears more in writing or formal contexts. In spoken Dutch, most people say the perfect:
Na het sporten heb ik mijn handen grondig met die zeep gewassen.
Both versions are understood.