Usages of de garage
Mijn fiets staat in de garage, want het regent buiten.
My bicycle is in the garage because it is raining outside.
Wanneer de garage open is, ben ik daar aan het sleutelen aan mijn auto.
When the garage is open, I am working on my car there.
Hij maakte bezwaar tegen de drukte in de garage tijdens de proef.
He objected to the bustle in the garage during the test.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.