Usages of nog
Ik moet straks naar mijn werk, maar eerst wil ik nog even schrijven.
I have to go to my work soon, but first I want to write a little.
Ik wil nog een boek lezen.
I want to read another book.
Ik herinner me mijn eerste ervaring in het laboratorium nog heel goed.
I still remember my first experience in the laboratory very well.
Ik vergis me soms in het tijdstip van het feest, maar gelukkig kan ik mij dan nog voorbereiden.
I sometimes mistake the time of the party, but fortunately I can still prepare.
Voordat ik me aankleed om naar het postkantoor te gaan, was ik me en controleer ik of we nog een zegel hebben.
Before I get dressed to go to the post office, I wash myself and check if we still have a stamp.
Mijn zus heeft al vaker een tandarts bezocht, maar voor mij voelt het nog nieuw.
My sister has visited a dentist more often, but for me it still feels new.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.