Usages of warm
Ik zal ook graag mijn jas opbergen in de nieuwe kamer, want het is nu warm.
I will also gladly store my coat in the new room, because it is warm now.
Anna heeft meer water nodig, omdat het warm is.
Anna needs more water because it is warm.
Wij blijven liever thuis omdat het weer warm is.
We prefer to stay home because the weather is warm.
Wij genieten van dit warme seizoen, ook al kan het soms te heet zijn.
We enjoy this warm season, even though it can sometimes be too hot.
De weerman zegt dat het weer morgen warm is.
The weatherman says that the weather will be warm tomorrow.
De lucht is warm, want het is zomer.
The air is warm, because it is summer.
Ik drink warme thee met suiker.
I drink warm tea with sugar.
Ben je verkouden? Zoek dan een goede oplossing, zoals rust en warme thee.
Are you stuffed up? Then find a good solution such as rest and warm tea.
De kamer voelt warm aan.
The room feels warm.
Mijn lichaam is warm.
My body is warm.
De zon is warm.
The sun is warm.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.