Usages of spelen
Die jongen en dat meisje spelen samen in de tuin en zingen muziek.
That boy and that girl play together in the garden and sing music.
Wij luisteren naar muziek terwijl de jongen met zijn bal speelt in het park.
We listen to music while the boy plays with his ball in the park.
De jongen en het meisje nemen hun bal mee naar de keuken, maar ze mogen daar niet spelen.
The boy and the girl take their ball to the kitchen, but they are not allowed to play there.
Na mijn werk ga ik muziek spelen met mijn familie om te ontspannen.
After my work, I’m going to play music with my family to relax.
De jongen schrijft zijn nieuwe verhaal op papier, terwijl het meisje muziek speelt.
The boy writes his new story on paper, while the girl plays music.
De kat speelt in de tuin.
The cat plays in the garden.
Jij en ik mogen samen muziek spelen.
You and I may play music together.
Wij zullen muziek spelen wanneer wij thuiskomen.
We will play music when we come home.
Wij willen niet te lang fietsen, maar liever thuis blijven en muziek spelen.
We don't want to bike too long, but rather stay home and play music.
De vogel speelt in de tuin.
The bird plays in the garden.
Zij speelt muziek tijdens het koken.
She plays music while cooking.
Wij spelen graag muziek zonder ons te haasten.
We like to play music without rushing.
Ik voel me rustig als ik muziek speel.
I feel calm when I play music.
Hoe speelt hij muziek in de tuin?
How does he play music in the garden?
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.