toen

Usages of toen

Toen het regende, schudden wij het water van onze jassen voordat we naar binnen gingen.
When it rained, we shook the water off our coats before we went inside.
Ik heb naar muziek geluisterd toen de vogels in de tuin zongen.
I listened to music when the birds sang in the garden.
Toen het onweer begon, had het publiek de bioscoop al verlaten.
When the thunderstorm started, the audience had already left the cinema.
Toen ik thuiskwam, zag ik dat de keuken vol rommel lag.
When I came home, I saw that the kitchen was full of mess.
Toen de tandpasta op was, leende ik een beetje van mijn zus.
When the toothpaste was finished, I borrowed a bit from my sister.
Toen de sportschool dicht was, deden we oefeningen in het park.
When the gym was closed, we did exercises in the park.
Toen de pijn erger werd, ging ik naar de dokter.
When the pain became worse, I went to the doctor.
Toen ik de dokter belde, kreeg ik meteen een afspraak.
When I called the doctor, I got an appointment immediately.
Toen ik mijn winterjas vergat, had ik het heel koud.
When I forgot my winter coat, I was very cold.
Toen het internet uitviel, gebruikte ik een ouderwets woordenboek.
When the internet went down, I used an old-fashioned dictionary.
Toen ik de fietsband plakte, merkte ik een tweede lek op.
When I patched the bike tire, I noticed a second leak.
Toen de monteur de reparatie uitvoerde, keek ik aandachtig mee.
When the mechanic carried out the repair, I watched attentively.
Toen de kraan lekte, zette ik er een emmer onder.
When the tap leaked, I put a bucket under it.
Toen de taxi aankwam, stonden we al op de stoep te wachten.
When the taxi arrived, we were already waiting on the sidewalk.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.

Start learning Dutch now