Breakdown of Toen het onweer begon, had het publiek de bioscoop al verlaten.
Questions & Answers about Toen het onweer begon, had het publiek de bioscoop al verlaten.
Toen here is a subordinating conjunction meaning “when” for a specific moment in the past. You use toen to link two past events (e.g. “When the thunderstorm started…”).
- Wanneer is used in questions (“Wanneer begon het onweer?”) or in more formal written contexts for “when.”
- Als is used for general or repeated conditions (“Als het regent, blijf ik thuis” – “Whenever/if it rains, I stay home”), not for a single past occurrence.
Because it’s a subordinate clause introduced by toen. In Dutch subordinate clauses the finite verb moves to the very end:
“… Toen het onweer begon.”
Because the subject het publiek is a singular collective noun in Dutch. Collective nouns like publiek take a singular verb form:
“Het publiek had” not “hadden.”
Al means “already.” In Dutch, time-adverbs such as al typically go between the auxiliary verb (had) and the past participle (verlaten):
“… had het publiek de bioscoop al verlaten.”
Yes. You can front the main clause:
“Het publiek had de bioscoop al verlaten toen het onweer begon.”
Since Het publiek is now the first element, had follows in second position, and the subordinate clause toen het onweer begon comes last.