Usages of hebben
Ik heb een kat.
I have a cat.
Jij hebt een hond.
You have a dog.
Ik heb een boek.
I have a book.
Jij hebt ook een boek.
You also have a book.
Het nieuwe huis heeft een mooie deur en een oude tafel.
The new house has a beautiful door and an old table.
Gisteren hebben wij een nieuw boek gelezen.
Yesterday we read a new book.
Heb jij al gesproken met onze nieuwe vriend?
Have you already spoken with our new friend?
Ja, ik heb met hem gesproken en hij is heel vriendelijk.
Yes, I have spoken with him and he is very friendly.
Wij hebben gisteren in het park gelopen.
We walked in the park yesterday.
Zij heeft de deur voor de hond open gelaten.
She has left the door open for the dog.
Wij hebben al een boek gelezen.
We have already read a book.
Ja, ik heb al een boek gelezen.
Yes, I have already read a book.
Jij hebt hem al gezien.
You have already seen him.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Hardcore Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.