Usages of het boek
Ik heb een boek.
I have a book.
Jij hebt ook een boek.
You also have a book.
Wij lezen een boek.
We read a book.
Wij lezen ook een boek.
We also read a book.
Anna leest een boek.
Anna reads a book.
Gisteren hebben wij een nieuw boek gelezen.
Yesterday we read a new book.
Dat boek is heel mooi.
That book is very beautiful.
Hij en Sofie lezen samen een boek.
He and Sofie are reading a book together.
Wij hebben al een boek gelezen.
We have already read a book.
Ja, ik heb al een boek gelezen.
Yes, I have already read a book.
Anna leest veel boeken.
Anna reads a lot of books.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Hardcore Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.