de keuken

Usages of de keuken

Ik leg het tafelkleed in de keuken en pak een mes en een vork voor de maaltijd.
I place the tablecloth in the kitchen and grab a knife and a fork for the meal.
Mijn familie en ik eten samen in de keuken met mes en vork.
My family and I eat together in the kitchen with a knife and fork.
De jongen en het meisje nemen hun bal mee naar de keuken, maar ze mogen daar niet spelen.
The boy and the girl take their ball to the kitchen, but they are not allowed to play there.
Wij nemen het tafelkleed mee naar de keuken.
We take the tablecloth to the kitchen.
Ik zal de keuken schoonmaken nadat we samen hebben gegeten.
I will clean the kitchen after we have eaten together.
Na het koken komt Anna tevoorschijn in de keuken.
After cooking, Anna appears in the kitchen.
Sommige mensen vinden het vervelend als de keuken naar knoflook ruikt.
Some people find it bothersome if the kitchen smells like garlic.
Ik wacht even in de keuken.
I will wait for a moment in the kitchen.
Anna vindt de verloren telefoon in de keuken.
Anna finds the lost phone in the kitchen.
Wij zetten muziek op in de keuken.
We put on music in the kitchen.
Het fornuis in onze keuken is kapot, dus we koken op één pit.
The stove in our kitchen is broken, so we cook on one burner.
Als de stroom uitvalt, werkt het licht in de keuken niet meer.
If the power goes out, the light in the kitchen no longer works.
Toen ik thuiskwam, zag ik dat de keuken vol rommel lag.
When I came home, I saw that the kitchen was full of mess.
De glazen vaas staat in de keuken.
The glass vase is in the kitchen.
Vanuit de keuken spreekt Anna met Tom over het nieuwe huis.
From the kitchen, Anna speaks with Tom about the new house.
Na afloop drinken we koffie in de keuken.
Afterwards we drink coffee in the kitchen.
Op zondagochtend loop ik in mijn zachte ochtendjas naar de keuken.
On Sunday morning I walk to the kitchen in my soft bathrobe.
Ik ruik de geur van vers brood in de keuken.
I smell the scent of fresh bread in the kitchen.
De geur van verse koffie blijft hangen in de keuken.
The smell of fresh coffee lingers in the kitchen.
Na het koken blijft de geur van knoflook lang in de keuken hangen.
After cooking, the smell of garlic lingers in the kitchen for a long time.
Zij zet de boodschappen in de keuken zodra zij thuiskomt.
She puts the groceries in the kitchen as soon as she gets home.
Tom raakt gewond in de keuken.
Tom gets injured in the kitchen.
Ik bak een dunne pannenkoek met vers beslag in de keuken.
I bake a thin pancake with fresh batter in the kitchen.
De brand begint in de keuken.
The fire starts in the kitchen.
Ik maak de keuken grondig schoon.
I clean the kitchen thoroughly.
Ik kook soep en even later eten wij samen in de keuken.
I cook soup and a little later we eat together in the kitchen.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.

Start learning Dutch now