Usages of vandaag
Wij moeten vandaag nieuwe woorden oefenen.
We have to practice new words today.
Vandaag gaan wij naar de markt om groenten te kopen.
Today we are going to the market to buy vegetables.
Het weer is heel mooi vandaag.
The weather is very beautiful today.
Wij kunnen doorgaan met onze studie, want de grammatica voor vandaag hebben we al deels geleerd.
We can continue our studies, because we have already partially learned today’s grammar.
De kantoorbaan van mijn zus zal vandaag eerder eindigen, dus zij komt ook mee schilderen.
My sister’s office job will end earlier today, so she will also come along to paint.
Het regent vandaag in het park.
It rains today in the park.
Wij moeten vandaag boodschappen doen in de supermarkt voor het avondeten.
We have to do some shopping in the supermarket today for dinner.
Ik heb iemand nodig die vandaag de vloer moet vegen, want hij is erg vies.
I need someone to sweep the floor today, because it is very dirty.
Wij nemen vandaag een besluit.
We make a decision today.
De sfeer is goed vandaag.
Today the atmosphere is good.
Schiet op met het schrijven van je uitnodiging, want we willen die vandaag nog versturen.
Hurry up with writing your invitation, because we want to send it out today.
Vandaag begrijp ik beter hoe ik mensen kan vragen om iets te doen, zonder te streng te klinken.
Today I understand better how to ask people to do something, without sounding too strict.
Ik heb vandaag een verplichting.
I have an obligation today.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.