Usages of langzaam
Ik wil rustig oefenen om langzaam te spreken, zodat iedereen mij kan volgen.
I want to practice calmly in order to speak slowly so that everyone can follow me.
Als ik langzaam praat, kunnen ouderen en kinderen mij goed begrijpen.
If I speak slowly, older people and children can understand me well.
Tom fietst vrij langzaam in het park.
Tom bikes quite slowly in the park.
Zodra het spotlicht uitging, schoof de zware schuifdeur langzaam dicht.
As soon as the spotlight went out, the heavy sliding door closed slowly.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.