Breakdown of Zij slikt haar medicijn langzaam.
Questions & Answers about Zij slikt haar medicijn langzaam.
Both can mean she (and also they). Zij is the stressed/emphatic form; ze is the unstressed form. You often choose zij when you want to emphasize the subject.
- She: Zij slikt… (emphatic) / Ze slikt… (neutral)
- They: Zij slikken… / Ze slikken… You can tell singular vs plural by the verb: slikt (singular) vs slikken (plural).
Dutch present tense adds -t in the 3rd person singular. So:
- ik slik
- jij/u slikt
- hij/zij/het slikt The -t drops only when jij comes after the verb in a question: Slik jij…? (but: Jij slikt…).
- Present: ik slik, jij/u slikt, hij/zij/het slikt, wij/jullie/zij slikken
- Simple past: ik/hij slikte, wij slikten
- Past participle: geslikt
- Perfect: zij heeft (het) geslikt It’s regular. Because the stem ends in a voiceless consonant (k), the past uses -te/-ten and the participle ends in -t (the “’t kofschip/x” rule).
- slikken = to swallow. Common when focusing on the physical act (especially pills): Ze slikt een pil.
- innemen = to take (medicine) is the neutral, idiomatic choice for medication in general: Ze neemt haar medicijnen (langzaam) in.
- inslikken = to swallow (often accidentally or “swallow it down” as an act), e.g., een graat inslikken.
- doorslikken = to swallow down (often used in instructions: niet doorslikken).
- For liquids: drinken (e.g., Ze drinkt hoestsiroop).
Yes. The neutral place for a manner adverb is after the direct object:
- Neutral: Zij slikt haar medicijn langzaam. You can move it for emphasis/focus:
- Fronted for emphasis: Langzaam slikt zij haar medicijn.
- Between verb and object is possible but less neutral: Zij slikt langzaam haar medicijn. You can intensify: Zij slikt haar medicijn heel langzaam.
In subclauses the finite verb goes to the end:
- … omdat zij haar medicijn langzaam slikt.
- … dat zij haar medicijn langzaam slikt.
Place niet before the adverb:
- Zij slikt haar medicijn niet langzaam (maar snel). If you mean she doesn’t swallow it at all, drop the adverb:
- Zij slikt haar medicijn niet.
Medicijn is countable in Dutch. Singular refers to one specific drug or dose; plural refers to multiple drugs/doses:
- One item: haar medicijn / het medicijn
- Several: haar medicijnen / de medicijnen For a regimen as a mass noun, Dutch often uses medicatie: Ze neemt haar medicatie.
No. Here haar is the possessive adjective meaning her. The noun “hair” is also haar, but context distinguishes them:
- Possessive: haar medicijn = her medicine
- Noun: Haar haar is lang. = Her hair is long.
Use the plural verb and plural possessive:
- Zij/Ze slikken hun medicijn langzaam. (one shared/same medicine)
- More commonly: Zij/Ze slikken hun medicijnen langzaam. Note the verb: slikken (plural), not slikt.
- Comparative: langzamer — Zij slikt haar medicijn langzamer.
- Superlative (adverb): het langzaamst — Zij slikt haar medicijn het langzaamst. Alternatives: trager (a bit more negative about speed), or intensifiers like heel langzaam, erg langzaam.
Dutch usually uses the simple present: Zij slikt haar medicijn langzaam.
If you need to stress ongoingness, use:
- Zij is haar medicijn langzaam aan het slikken. You might also hear: Zij zit haar medicijn langzaam te slikken, but that adds a posture nuance.
Short object pronouns typically come before the manner adverb:
- Zij slikt het langzaam. (it)
- Zij slikt ze langzaam. (them, pills) With a full noun phrase, the neutral order is NP first, then adverb:
- Zij slikt haar medicijn langzaam.
- Zij ≈ [zɛi] (Dutch ij sounds like English “ay” in “day” but shorter/opener); ij and ei sound the same in most accents.
- slikt ≈ [slɪkt] (short i, clear kt).
- haar ≈ [haːr] (long aa).
- medicijn ≈ [meːdiˈsɛi̯n]; stress on the last syllable; -cijn has the ij sound.
- langzaam ≈ [ˈlɑŋzaːm]; the ngz cluster is pronounced [ŋz] (no separate g).