Usages of wanneer
Wij zullen misschien een nieuwe koelkast bestellen wanneer we meer geld hebben.
We will maybe order a new fridge when we have more money.
Ik roep mijn zus wanneer ik de badkamer nodig heb, omdat er maar één douche is.
I call out to my sister when I need the bathroom, because there is only one shower.
Wij zullen muziek spelen wanneer wij thuiskomen.
We will play music when we come home.
De tijd is belangrijk wanneer wij een maaltijd koken.
Time is important when we cook a meal.
Wanneer wij klaar zijn, kan iedereen zich ontspannen en van de televisie genieten.
When we are ready, everyone can relax and enjoy the television.
Jij hoort de vogels wanneer je de achterdeur opent.
You hear the birds when you open the back door.
De deur opent rustig wanneer ik hem aanraak.
The door opens quietly when I touch it.
Ze komen tevoorschijn wanneer we weer willen genieten van kleurrijke bloemen.
They appear when we want to enjoy colorful flowers again.
Wanneer ik verdwaald raak in de stad, gebruik ik mijn telefoon om de weg te vinden.
When I get lost in the city, I use my phone to find the way.
Diezelfde familieleden worden ook door onze vrienden omhelsd wanneer ze arriveren.
Those same family members are also hugged by our friends when they arrive.
Anna draagt een oranje jas wanneer het buiten regent.
Anna wears an orange coat when it rains outside.
Mijn buurvrouw vraagt of ik haar wil bellen wanneer de boodschappen zijn gedaan.
My neighbor asks if I want to call her when the shopping is done.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.