Usages of veilig
Blijf rustig staan en laat je zorgen los, want je bent veilig hier.
Remain calm and let go of your worries, because you are safe here.
Wij fietsen veilig naar school.
We bike safely to school.
Hun grootste prioriteit is nu om veilig thuis te komen.
Their biggest priority now is to arrive home safely.
De brug is niet veilig, dus we rijden er niet overheen.
The bridge is not safe, so we will not drive over it.
De brug is oud en niet veilig.
The bridge is old and not safe.
Die keuze helpt ons veilig te blijven.
That choice helps us stay safe.
Sluit de gordel zodat je veilig bent tijdens het rijden.
Fasten your seatbelt so that you are safe while driving.
Een uur later zijn we veilig aangekomen op het station.
An hour later we arrived safely at the station.
Ondanks de vertraging zijn we veilig thuis aangekomen en gingen we meteen eten, want het was al etenstijd.
Despite the delay we arrived home safely and ate right away, because it was already mealtime.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.