Usages of de telefoon
Wanneer ik verdwaald raak in de stad, gebruik ik mijn telefoon om de weg te vinden.
When I get lost in the city, I use my phone to find the way.
Mijn telefoon is nieuw.
My phone is new.
Ik ben mijn oplader vergeten, waardoor mijn telefoon nu bijna leeg is.
I forgot my charger, which is why my phone is now almost dead.
Mijn telefoon werkt perfect.
My phone works perfectly.
Ik kocht dit horloge gisteren, omdat ik eigenlijk altijd op mijn telefoon keek.
I bought this watch yesterday, because I actually always checked my phone.
Je kunt je telefoon met de computer verbinden om foto’s over te zetten.
You can connect your phone to the computer to transfer photos.
Omdat de trein vertraagd is, hebben we tijd om onze telefoons draadloos op te laden.
Because the train is delayed, we have time to wirelessly charge our phones.
Anna vindt de verloren telefoon in de keuken.
Anna finds the lost phone in the kitchen.
Ik laad mijn telefoon op.
I charge my phone.
Op de tribune maakt een tiener foto’s en bewaart ze in een digitale map op zijn telefoon.
In the stand a teenager takes photos and stores them in a digital folder on his phone.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.