Usages of eindigen
De kantoorbaan van mijn zus zal vandaag eerder eindigen, dus zij komt ook mee schilderen.
My sister’s office job will end earlier today, so she will also come along to paint.
De film eindigt straks.
The film ends soon.
Ik wacht tot de film eindigt.
I wait until the film ends.
Meestal eindigen wij de dag met een kort spel, zodat we allemaal kunnen lachen.
Usually, we end the day with a short game, so that we can all have a laugh.
Ons gesprek eindigt halverwege de maaltijd, omdat de camera uitvalt.
Our conversation ends halfway through the meal because the camera fails.
Het publiek klapt luid als het muziekstuk eindigt.
The audience applauds loudly when the piece of music ends.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.