to oversleep | verslapen |
regularly | regelmatig |
the evening | avond |
the bed | het bed |
The bed is very comfortable. | Het bed is heel comfortabel. |
I oversleep regularly when I go to bed too late in the evening. | Ik verslaap me regelmatig als ik ’s avonds te laat naar bed ga. |
that's why | daarom |
to tidy up | opruimen |
That’s why I have to tidy up my room quickly before I go to work. | Daarom moet ik mijn kamer snel opruimen voordat ik naar mijn werk ga. |
the nephew | de neef |
to help | helpen |
the tidying up | het opruimen |
nice | leuk |
My nephew helps me tidy up, because he likes working together. | Mijn neef helpt mij met het opruimen, want hij vindt het leuk om samen te werken. |
would like to | zouden graag |
her | haar |
the request | het verzoek |
own | eigen |
I have to read my own book. | Ik moet mijn eigen boek lezen. |
the task | de taak |
to finish | voltooien |
We would like to grant her request, but we first must finish our own tasks. | Wij zouden haar verzoek graag honoreren, maar we moeten eerst onze eigen taken voltooien. |
the day after tomorrow | overmorgen |
the dentist | de tandarts |
the check-up | de controle |
The day after tomorrow, I am going to the dentist with my sisters for a check-up. | Overmorgen ga ik met mijn zussen naar de tandarts voor een controle. |
more often | vaker |
I had to go to the office more often. | Ik moest vaker naar het kantoor gaan. |
to feel | voelen |
My sister has visited a dentist more often, but for me it still feels new. | Mijn zus heeft al vaker een tandarts bezocht, maar voor mij voelt het nog nieuw. |
to dream | dromen |
the trip | de reis |
The trip is very important to me. | De reis is heel belangrijk voor mij. |
than | dan |
to go on vacation | op vakantie gaan |
We dream of a new trip, but our physical condition is more important right now than going on vacation. | Wij dromen van een nieuwe reis, maar onze conditie is nu belangrijker dan op vakantie gaan. |
the condition | de conditie |
could | kunnen |
perhaps | misschien |
faster | sneller |
We have to bike faster to the market to be on time. | Wij moeten sneller naar de markt fietsen om op tijd te zijn. |
to walk | wandelen |
If we were in better shape, we could perhaps walk faster. | Als we in betere conditie zouden zijn, dan konden we misschien sneller wandelen. |
fast | snel |
My niece likes to bike faster than her nephew. | Mijn nicht vindt het leuk om sneller te fietsen dan haar neef. |
the sisters | de zussen |
to come in | binnenkomen |
the back door | de achterdeur |
outside | buiten |
to run | rennen |
The cat runs outside in the garden. | De kat rent buiten in de tuin. |
I want my sisters to come in through the back door, so the cat doesn't run outside. | Ik wil dat mijn zussen binnenkomen door de achterdeur, zodat de kat niet naar buiten rent. |
the grammar | de grammatica |
the knowledge | de kennis |
the language | de taal |
The knowledge about the language is very important. | De kennis over de taal is heel belangrijk. |
to improve | verbeteren |
We want to read a lot so that we improve our knowledge. | Wij willen veel lezen zodat wij onze kennis verbeteren. |
We regularly learn new grammar to improve our knowledge of the language. | Wij leren regelmatig nieuwe grammatica om onze kennis van de taal te verbeteren. |
the challenge | de uitdaging |
to understand | begrijpen |
especially | bijzonder |
The meal that Anna has cooked is especially good. | De maaltijd die Anna heeft gekookt, is bijzonder goed. |
instructive | leerzaam |
It is a challenge to understand the grammar well, but it is especially instructive. | Het is een uitdaging om de grammatica goed te begrijpen, maar het is bijzonder leerzaam. |
would | zouden |
to tackle | aangaan |
We want to take on this challenge to improve our condition together. | Wij willen deze uitdaging aangaan om samen onze conditie te verbeteren. |
for example | bijvoorbeeld |
ten | tien |
the minute | de minuut |
We have to read ten minutes every day. | Wij moeten elke dag tien minuten lezen. |
We would like to tackle this challenge, for example by studying ten minutes each day. | Wij zouden deze uitdaging graag aangaan, bijvoorbeeld door elke dag tien minuten te studeren. |
you (plural) | jullie |
You may go to the park tomorrow to relax. | Jullie mogen morgen naar het park om te ontspannen. |
to explain | uitleggen |
how | hoe |
How does he play music in the garden? | Hoe speelt hij muziek in de tuin? |
to continue | doorgaan |
the study | de studie |
After dinner, I will explain to you how we can continue this study together. | Na het eten zal ik jullie uitleggen hoe we samen kunnen doorgaan met deze studie. |
special | bijzonder |
last year | vorig jaar |
We listened to music together last year. | Wij hebben vorig jaar samen naar muziek geluisterd. |
together | gezamenlijk |
We are going to the park together to relax. | Wij gaan gezamenlijk naar het park om te ontspannen. |
My niece and I talk about a special book that we read together last year. | Mijn nicht en ik spreken over een bijzonder boek dat we vorig jaar gezamenlijk lazen. |
the year | het jaar |
busy | druk |
My work is very busy in the morning. | Mijn werk is heel druk in de ochtend. |
to try | proberen |
to free | vrij |
to make | maken |
the future | de toekomst |
That year was very busy, but we still tried to make time to dream about the future. | Dat jaar was erg druk, maar we probeerden toch tijd vrij te maken om te dromen over de toekomst. |
the reading | het lezen |
Reading stories is important to improve our knowledge. | Het lezen van verhalen is belangrijk om onze kennis te verbeteren. |
to receive | krijgen |
I would like to continue reading that book, but I have now received another request. | Ik zou graag doorgaan met het lezen van dat boek, maar ik heb nu een ander verzoek gekregen. |
the practice | de praktijk |
My sister and I go to the practice for a check-up. | Mijn zus en ik gaan naar de praktijk voor een controle. |
My dentist would come in to our house if I explained that to him, but I prefer going to the practice. | Mijn tandarts zou binnenkomen in ons huis als ik hem dat zou uitleggen, maar ik ga liever naar de praktijk. |
the evening | de avond |
the alarm clock | de wekker |
The alarm clock is on the table next to the bed. | De wekker staat op de tafel naast het bed. |
to set | zetten |
I try not to oversleep, for example by setting my alarm every evening. | Ik probeer me niet te verslapen, bijvoorbeeld door elke avond mijn wekker te zetten. |
finally | eindelijk |
We can finally make our plans for the future. | Wij kunnen eindelijk onze plannen maken voor de toekomst. |
The day after tomorrow my sisters and I are finally going to the market again to buy fresh vegetables. | Overmorgen gaan mijn zussen en ik eindelijk weer naar de markt om verse groenten te kopen. |
the music lesson | de muziekles |
I enjoy the music lesson because it is very fascinating. | Ik geniet van de muziekles, omdat het heel boeiend is. |
If I had more time, I would gladly help my niece during her music lessons. | Als ik meer tijd had, zou ik mijn nicht graag helpen tijdens haar muzieklessen. |
partially | deels |
I understand the story partially because the grammar is new. | Ik begrijp het verhaal deels omdat de grammatica nieuw is. |
We can continue our studies, because we have already partially learned today’s grammar. | Wij kunnen doorgaan met onze studie, want de grammatica voor vandaag hebben we al deels geleerd. |
to tell | vertellen |
My sister tells me a story. | Mijn zus vertelt mij een verhaal. |
the dream | de droom |
The dream is important for my future. | De droom is belangrijk voor mijn toekomst. |
even if | zelfs al |
I stay home, even if the weather is nice outside. | Ik blijf thuis, zelfs al is het mooi weer buiten. |
they | ze |
They like to play music together. | Ze spelen graag samen muziek. |
My nephew likes to talk about his dreams, even if they are sometimes very special. | Mijn neef vertelt graag over zijn dromen, zelfs al zijn ze soms erg bijzonder. |
then | daarna |
We bike to the market and then we cook dinner. | Wij fietsen naar de markt en daarna koken wij avondeten. |
calmly | rustig |
I read a book calmly in the garden. | Ik lees rustig een boek in de tuin. |
Would we be able to tidy up together the day after tomorrow and then eat calmly, so that we don’t have to rush? | Zouden we overmorgen samen kunnen opruimen en daarna rustig eten, zodat we niet hoeven te haasten? |
the part | het deel |
The tidying up of our room is part of our tasks. | Het opruimen van onze kamer is deel van onze taken. |
to schedule | plannen |
The dentist has scheduled a check-up. | De tandarts heeft een controle gepland. |
calm | rustig |
I have to read calmly to understand everything well. | Ik moet rustig lezen om alles goed te begrijpen. |
I feel calm when I play music. | Ik voel me rustig als ik muziek speel. |
when | als |
Our condition is very important when we make a trip. | Onze conditie is heel belangrijk als we een reis maken. |
the relaxation | de ontspanning |
Relaxation is an important part of our day. | De ontspanning is een belangrijk deel van onze dag. |
We walk to the park for relaxation. | Wij wandelen naar het park voor ontspanning. |
to hear | horen |
He hears the birds in the garden. | Hij hoort de vogels in de tuin. |
to open | openen |
The door opens quietly when I touch it. | De deur opent rustig wanneer ik hem aanraak. |
You hear the birds when you open the back door. | Jij hoort de vogels wanneer je de achterdeur opent. |
the explanation | de uitleg |
He receives an explanation about his homework. | Hij krijgt uitleg over zijn huiswerk. |
The explanation about the grammar is very instructive. | De uitleg over de grammatica is erg leerzaam. |
I understand the explanation about the homework. | Ik begrijp de uitleg over het huiswerk. |
why | waarom |
I want to explain why the trip is important. | Ik wil uitleggen waarom de reis belangrijk is. |
over | voorbij |
The meeting is over and now we can go home. | De vergadering is voorbij en nu kunnen wij naar huis gaan. |
to make plans | plannen maken |
The year is over and we want to make plans for the future again. | Het jaar is voorbij en wij willen opnieuw plannen maken voor de toekomst. |
much, many | veel |
the interest | de interesse |
The interest is important in this story. | De interesse is belangrijk in dit verhaal. |
I watch the evening with great interest. | Ik kijk naar de avond met veel interesse. |
of | van |
The door of the house is very beautiful. | De deur van het huis is heel mooi. |
The part of the story is very special. | Het deel van het verhaal is heel bijzonder. |
relaxed | ontspannen |
We walk in a relaxed manner in the park. | Wij lopen ontspannen in het park. |
He plays music when he feels relaxed. | Hij speelt muziek als hij zich ontspannen voelt. |
the meeting | de bijeenkomst |
I would like to explain why the meeting is important. | Ik wil graag uitleggen waarom de bijeenkomst belangrijk is. |
the preparation | de voorbereiding |
The preparation for the party is very important. | De voorbereiding voor het feest is erg belangrijk. |
The preparation for the meeting is important. | De voorbereiding voor de bijeenkomst is belangrijk. |