Question	Answer
the autumn	de herfst
to drop	dalen
The price can drop after the party.	De prijs kan na het feest dalen.
the temperature	de temperatuur
In autumn the temperature drops quickly.	In de herfst daalt de temperatuur snel.
the cinema	de bioscoop
We go to the cinema when it is raining hard outside.	We gaan naar de bioscoop wanneer het buiten hard regent.
the audience	het publiek
classical	klassiek
She sings classically in the old house.	Zij zingt klassiek in het oude huis.
the piece of music	het muziekstuk
In the cinema the audience listens to a classical piece of music.	In de bioscoop luistert het publiek naar een klassiek muziekstuk.
to applaud	klappen
The audience applauds loudly when the piece of music ends.	Het publiek klapt luid als het muziekstuk eindigt.
to admire	bewonderen
We admire rainbows in the garden.	Wij bewonderen regenbogen in de tuin.
the painting	het schilderij
After the film we admire an old painting in the hall.	Na de film bewonderen we een oud schilderij in de hal.
the nature	de natuur
We often walk in nature.	Wij wandelen vaak in de natuur.
That painting shows nature in autumn.	Dat schilderij toont de natuur in de herfst.
unfortunately	helaas
Unfortunately it is raining today.	Helaas regent het vandaag.
the lamp	de lamp
broken	kapot
Unfortunately my lamp is broken, so it is dark in the room.	Helaas is mijn lamp kapot, dus het is donker in de kamer.
the outlet	het stopcontact
My outlet doesn’t work.	Mijn stopcontact werkt niet.
the thunderstorm	het onweer
The outlet does not work during the heavy thunderstorm.	Het stopcontact werkt niet tijdens het zware onweer.
the climate	het klimaat
to change	veranderen
The weather changes quickly in the spring.	Het weer verandert snel in de lente.
The thunderstorm shows that the climate is changing.	Het onweer laat zien dat het klimaat verandert.
the area	het gebied
extreme	extreem
The water in the swimming pool is extremely cold.	Het water in het zwembad is extreem koud.
In this area we often notice that the climate is extreme.	In dit gebied merken we vaak dat het klimaat extreem is.
sensible	verstandig
the choice	de keuze
You make a sensible choice by staying indoors during a thunderstorm.	Jij maakt een verstandige keuze door binnen te blijven tijdens onweer.
That choice helps us stay safe.	Die keuze helpt ons veilig te blijven.
The teacher gives a clear explanation about temperature and climate.	De docent geeft een duidelijke uitleg over de temperatuur en het klimaat.
the topic	het onderwerp
Shall we discuss this topic tomorrow?	Zullen wij dit onderwerp morgen bespreken?
After his explanation everyone understood the difficult topic.	Na zijn uitleg begreep iedereen het moeilijke onderwerp.
the past	het verleden
You can learn from the past.	Je kunt van het verleden leren.
In the past I had little interest in the weather.	In het verleden had ik weinig interesse in het weer.
When the thunderstorm started, the audience had already left the cinema.	Toen het onweer begon, had het publiek de bioscoop al verlaten.
to measure	meten
We measure the temperature in the laboratory.	Wij meten de temperatuur in het laboratorium.
We had measured the temperature before the teacher began his explanation.	Wij hadden de temperatuur gemeten voordat de docent met zijn uitleg begon.
to colour	kleuren
The broken lamp gave no light, but the rainbow outside coloured the area.	De kapotte lamp gaf geen licht, maar de regenboog buiten kleurde het gebied.
curious	nieuwsgierig
Anna looks at the rainbow curiously.	Anna kijkt nieuwsgierig naar de regenboog.
Because the audience was curious, the teacher gave extra explanation about the painting.	Omdat het publiek nieuwsgierig was, gaf de docent extra uitleg over het schilderij.
the winter	de winter
It is cold in winter.	In de winter is het koud.
On the one hand I love autumn, on the other hand I also enjoy winter.	Enerzijds houd ik van de herfst, anderzijds geniet ik ook van de winter.
to make sure	ervoor zorgen
We make sure that we practice every day.	Wij zorgen ervoor dat we elke dag oefenen.
The sensible teacher had made sure that there were enough lamps for the classroom.	De verstandige docent had ervoor gezorgd dat er genoeg lampen waren voor de klas.
the wind	de wind
If the wind is strong, I close the window.	Als de wind sterk is, sluit ik het raam.
to topple over	omvallen
The broken lamp can topple over during the storm.	De kapotte lamp kan omvallen tijdens de storm.
Because of the strong wind the painting had toppled over for a moment, but the audience remained calm.	Door de sterke wind was het schilderij even omgevallen, maar het publiek bleef kalm.
the battery	de batterij
My phone needs a new battery.	Mijn telefoon heeft een nieuwe batterij nodig.
Luckily we had an extra battery, which made the lamp work again.	Gelukkig hadden we een extra batterij, waardoor de lamp weer werkte.
After the teacher had finished his explanation, we listened to a calm piece of music.	Nadat de docent zijn uitleg had afgerond, luisterden we naar een rustig muziekstuk.

Practice this lesson