Breakdown of Kunnen we dit probleem samen oplossen?
Questions & Answers about Kunnen we dit probleem samen oplossen?
Because kunnen is a modal verb. In Dutch main clauses with a modal, the lexical verb stays in the infinitive and goes to the end:
- Statement: We kunnen dit probleem samen oplossen.
- Question: Kunnen we dit probleem samen oplossen?
Yes, oplossen is separable (prefix op-). Without a modal, the finite verb carries the tense and the particle moves to the end:
- Statement: We lossen dit probleem samen op.
- Past participle: opgelost (e.g., We hebben het samen opgelost.)
Both mean we. Wij is the stressed form used for emphasis or contrast:
- Neutral: Kunnen we dit probleem samen oplossen?
- Emphatic: Kunnen wij dit probleem samen oplossen? (implies “we, as opposed to others”)
- Kunnen we…? literally asks about possibility/ability, but it can also function as a polite collaborative suggestion in context.
- Zullen we…? is the standard way to propose something together: Zullen we dit probleem samen oplossen? = “Shall we …?”
- For a softer “Could we…?”, use the conditional: Zouden we dit probleem samen kunnen oplossen?
It agrees with the subject. We is plural, so kunnen. With other subjects:
- Ik kan, jij/je kan or kun jij/je, hij/zij kan, wij/jullie/zij kunnen.
Both Kun je…? and Kan je…? are common; Kun je…? is slightly more formal/standard in the Netherlands.
Because probleem is a neuter (het) noun: het probleem.
- Use dit with het-words (singular): dit probleem.
- Use deze with de-words (singular): deze vraag.
Plural is always de, so: deze problemen.
Yes. Common options:
- Kunnen we dit probleem samen oplossen?
- Kunnen we samen dit probleem oplossen?
Both are natural. Putting samen at the very end (…oplossen samen) is unusual in standard Dutch (though you might hear it regionally or for special emphasis).
Use niet:
- Kunnen we dit probleem niet samen oplossen?
- Kunnen we niet samen dit probleem oplossen?
Both are fine; the second slightly emphasizes doing it together.
Dutch sends the verbs to the end in subordinate clauses:
- Ik denk dat we dit probleem samen kunnen oplossen.
Here, the verb cluster kunnen oplossen stays at the end.
Approximate IPA (Netherlands Dutch):
- Kunnen we dit probleem samen oplossen? → [ˈkʏnə ʋə dɪt proːˈbleːm ˈsaːmə(n) ˈɔpˌlɔsə(n)]
Tips: - u in kunnen is short [ʏ] (like French “u” but short).
- Dutch w is [ʋ] (between English w and v).
- Stress in óplossen is on the prefix. Final -n is often not pronounced.
Yes:
- Object pronoun: Kunnen we het samen oplossen? (= Can we solve it together?)
- Demonstrative pronoun: Kunnen we dat samen oplossen? (= that issue we just mentioned)
Yes, oplossen can mean “solve” (a problem) or “dissolve” (a substance). Context disambiguates:
- een probleem oplossen = solve a problem
- suiker in water oplossen = dissolve sugar in water
Use u with kunt: Kunt u dit probleem samen met ons oplossen?
Note that samen implies “together”; adding met ons clarifies “together with us.”
- In Flanders, Kan je…? is more common than Kun je…?, but both are understood everywhere.
- Word order like …oplossen samen is more likely in Belgian Dutch; stick to …samen oplossen in standard usage.