Vamos A1.1

QuestionAnswer
aankomenllegar
abrilapril
achteratrás de
afmaken / eindigenterminar
agostoaugustus
alya
al aeropuertohet vliegveld
alle / allestodo
alleensolo/a
Alles goed?Todo bien?
alssi
Alsjeblieft (als je iets geeft)Aquí tienes
Alsjeblieft (als je iets vraagt)Por favor
altijdsiempre
arts (mannelijk, 2 manieren)doctor / médico
avondetencenar
babybebé
ballen hebben (straattaal)tener cojones
begrijpencomprender
beide / allebeiambos
bellen / roepenllamar
bereidenpreparar
besluiten / beslissendecidir
betalenpagar
bijnacasi
binnen (in)dentro de
binnenkomenentrar
boven (op)arriba de
brekenromper
broerhermano
buiten (uit)fuera de
daarna / laterdespués
daarompor eso
daarvoorantes
Dag!Adiós!
Dank je wel!Gracias!
dansenbailar
dat is goedestá bien
dat is slechtestá mal
de (mannelijke) pianistel pianista
de (mannelijke) zangerel cantante
de (vrouwelijke) studentela estudiante
de (vrouwelijke) toeristla turista
de actricela actriz
de administratief medewerkerel administrador
de advocaat (man)el abogado
de allergieënlas alergias
de Amazon (rivier) (Los sustantivos alle rivieren)el Amazonas
de architectel arquitecto
de armel brazo
de Atlantische oceaan (Los sustantivos alle zeeën)el Atlántico
de autoel carro
de auto is kapotel carro está roto
de avocadoel aguacate
de badkamer is viesel baño está sucio
de bank (om op te zitten) (Uitzondering)el sofá
de bankier (vrouw)la banquera
de boerel granjero
de boom (Volgens l'snor)el árbol
de borden liggen dichtbij de keukenlos platos están cerca de la cocina
de borstkasel pecho
de bottenlos huesos
de bouwvakkerel constructor
de brugel puente
de buikel estómago
de camping (Van buitenlandse oorsprong)el camping
de consultant (man)el asesor
de dag (Uitzondering)el día
de deurla puerta
de deur is geslotenla puerta está cerrada
de deur is openla puerta está abierta
de fietsla bicicleta
de fles is leegla botella está vacía
de foto (Uitzondering)la foto
de handla mano
de hand (Uitzondering)la mano
de hersenenel cerebro
de hikel hipo
de hond (mannelijk)el perro
de hond is doodel perro está muerto
de hond is levendel perro está vivo
de idaheen
de ida y vueltaretour
de kaasel queso
de kaissi``erela cajera
de kat (mannelijk)el gato
de kat is vrijel gato está libre
de keella gaganta
de kiesla muela
de kinderenlos niños
de kipel pollo
de kledingla ropa
de kleding is gebruiktla ropa están usada
de kleding ligt in de kastla ropa está dentro de el armario
de kleur (Los sustantivos volgens l'snor)el color
de kniela rodilla
de kofferla maleta
de koffieel café
de kokkinla cocinera
de komeet (Van Griekse oorsprong)el cometa
de lamp bevindt zich boven de tafella lámpara está arriba de la mesa
de leraarel profesor
de lippenlos labios
de maand (Volgens l'snor)el mes
de maatschappelijk werksterla trabajadora social
de manel hombre
de melkla leche
de melkla leche
de mensenla gente
de mondla boca
de monteurel mecánico
de motor (Uitzondering)la moto
de muur (Volgens adz-ion)la pared
de muziekla música
de nekel cuello
de neusla nariz
de oberel camarero
de ogenlos ojos
de ontwerpsterla diseñadora
de penel bolígrafo
de planeet (Van Griekse oorsprong)el planeta
de programmeurel programador
de regenla lluvia
de rekeningla cuenta
de religie (Volgens adz-ion)la religión
de rol (Volgens l'snor)el papel
de rugla espalda
de rugzakla mochila
de schoolla escuela
de schoonmaaksterla limpiadora
de schouderel hombro
de serveersterla camarera
de slaapkamer is schoonel dormitorio está limpio
de sleutella llave
de sleutella llave
de sofa staat naast de tafelel sofá está al lado de la mesa
de spierenlos músculos
de stad (Volgens adz-ion)la ciudad
de stoella silla
de straatla calle
de tafella mesa
de taillela cintura
de taxi (Van buitenlandse oorsprong)el taxi
de televisie staat aanla televisión está encendida
de televisie staat uitla televisión está apagada
de tenenlos dedos del pie
de thee is heetel té está caliente
de timmermanel carpintero
de treinel tren
de trein (Volgens l'snor)el tren
de tunnel (Los sustantivos volgens l'snor)el túnel
de verkoperel vendedor
de verpleegsterla enfermera
de visie (Volgens adz-ion)la visión
de vrijwilligsterla voluntaria
de vrouwla mujer
de vrucht (Volgens adz-ion)la fruta
de vueltaterug
de wegla calle
de wifi (Van buitenlandse oorsprong)el wifi
de wijn (Los sustantivos volgens l'snor)el vino
de wortel (Volgens adz-ion)la raíz
de zee (Volgens l'snor)el mar
de zonel sol
diarreediarrea
dichtbijcerca de
diciembredecember
Do you want a beer?Quieres una cerveza?
dochterhija
Doei!Chao!
domheid (Volgens adz-ion)la estupidez
drie (Los sustantivos alle nummers)el tres
drinkenbeber
dus / danentonces
echtgenootesposo
echtgenoteesposa
eerst(e)de primero
eigen kinderenhijos
el abrigode jas
el aceitede olie
el aguahet water
el aguacatede avocado
el aire acondicionadode airconditioning
el ajode knoflook
el alcoholde alcohol
el almuerzode lunch
el alojamientode accomodatie
el amarillogeel
el arrozde rijst
el autobús / el busde bus (2 manieren)
el aviónhet vliegtuig
el azulblauw
el azúcarde suiker
el bancode bank
el barde bar
el barcode boot
el barriode wijk
el bañadorhet zwempak
el beigebeige
el billetehet kaartje
el bolsode tas
el brócolide broccoli
el caballohet paard
el caféde koffie
el camiónde vrachtwagen
el centrohet centrum
el cerdohet varken
el champiñónde champignon
el chocolatede chocolade
el cinede bioscoop
el cinturónde riem
el coche / el carrode auto (2 manieren)
el cocode kokosnoot
el cocodrilode krokodil
el computadorade computer
el conejohet konijn
el cuchillohet mes
el desayunohet ontbijt
el destinode bestemming
el domingozondag
el edificiohet gebouw
el elefantede olifant
el equipajede bagage
el equipaje de manode handbagage
el fin de samanahet weekend
el gatode kat
el gorrode muts
el grisgrijs
el heladohet ijs (om te eten)
el helicópterode helikopter
el hielohet ijs(blokje)
el horariohet rooster
el hornode oven
el hospitalhet ziekenhuis
el hotelhet hotel
el huevohet ei
el inviernowinter
el juevesdonderdag
el laptopde laptop
el leónde leeuw
el lorode papegaai
el lunesmaandag
el mangode mango
el mantelhet tafelkleed
el marrón / el café (2 manieren)bruin
el martesdinsdag
el maízde maïs
el melónde meloen
el mercadode markt
el microondasde magnetron
el minónde citroen
el miércoleswoensdag
el monode aap
el mosquitode mug
el museohet museum
el naranjaoranje
el negrozwart
el otoñoherfst
el panhet brood
el pantalónde broek
el pantalón cortode korte broek
el parking / el parqueode parkeerplaats
el parquehet park
el pasajero/ade reziger
el pasaportehet paspoort
el patode eend
el pepinode komkommer
el perrode hond
el pescadode vis (om te eten)
el pezde vis
el pimientode paprika
el platohet gerecht
el platohet bord
el plato hondohet soepbord
el plátano / el banano(a)de banaan (2 manieren)
el pollode kip (om te eten)
el postrehet nagerecht
el preciode prijs
el pueblohet dorp
el puercohet varkensvlees
el pájarode vogel
el púrpura / el moradopaars (2 manieren)
el quesode kaas
el ratónde muis
el relojhet horloge
el restaurantehet restaurant
el retrasode vertraging
el rojorood
el rosa / el rosadoroze (2 manieren)
el sombrerode hoed
el sujetadorde BH
el supermercadode supermarkt
el suéterde sweater
el sábadozaterdag
el taxide taxi
el teatrohet theater
el tenedorde vork
el tigrede tijger
el tomatede tomaat
el torode stier
el tractorde tractor
el trajehet pak
el tranvíade tram
el trende trein
el téde thee
el vasohet glas
el ventiladorde ventilator
el veranode zomer
el verdegroen
el vestidode jurk
el viajede reis
el viernesvrijdag
el vino blancode witte wijn
el vino tintode rode wijn
el vuelode vlucht
el yogurde yoghurt
el zumo / el jugode sap (2 manieren)
elkecada
en efectivocontant
enerojanuari
etencomer
febrerofebruari
Ga jij straks zwemmen?Más tarde vas a nadar?
Ga jij vandaag naar de supermarkt?Vas al supermercado hoy?
Gaan jullie vaak naar het strand?Vais a menudo a la playa?
Gaat ze vanavond mee met ons naar de discotheek?Ella va con nosotros a la discoteca esta noche?
gebruikenusar
Geen probleem.No hay problema.
Gefeliciteerd!Felicidades!
gelovencreer
genietendisfrutar
genoegsuficiente
gidsguía
Goedemiddag. (la tardes, van 12:00 tot 20:00)Buenas tardes.
Goedemorgen. (el día, van 05:00 tot 12:00)Buenos días.
Goedenavond. (la noche, van 20:00 tot 05:00)Buenas noches.
Graag gedaan!De nada!
groetensaludar
haar naam is Johankyella es Johanky
Hallo!Hola!
Heb je griep?Tienes gripe?
Heb je rugpijn?Tienes dolor de espalda?
Heb jij het koud?Tienes frío?
Hebben jullie ook water?Tenéis agua también?
helpenayudar
het bed staat in de slaapkamerla cama está dentro de el dormitorio
het beenla pierna
het bier (Volgens adz-ion)la cerveza
het bier is koudla cerveza está fría
het boekel libro
het eten is lekkerla comida está rica
het gas (Los sustantivos volgens l'snor)el gas
het geldel dinero
het glas is volel vaso está lleno
het haarel pelo
het hartla corazón
het hart (Los sustantivos volgens l'snor)el corazón
het hoofdla cabeza
het huisla casa
het huis (Volgens adz-ion)la casa
het is een fleses una botella
het is een glases un vaso
het is een kofferes una maleta
het is half zesson las cinco y media
het is kwart over drie in de middagson las tres y cuarto de la tarde
Het is twee uur. (De tijd / uren)Son las dos.
het is één uur s' nachtses la una de la noche
het kantoorla oficina
het kruis (Volgens adz-ion)la cruz
het land (Volgens l'snor)el pais
het lichaam (Los sustantivos volgens l'snor)el cuerpo
het menu (Van buitenlandse oorsprong)el menú
het nieuwe jaarel año nuevo
het ongelukel accidente
het oorel oído
het parkel parque
het probleem (Van Griekse oorsprong)el problema
het programma (Van Griekse oorsprong)el programa
het raamla ventana
Het spijt me!Lo siento!
het toiletel baño
het vleesla carne
het vliegtuigel avión
het water (Uitzondering)el agua
het werk is klaarel trabajo está listo
het zijn lepelsson cacharas
het zijn rugzakkenson mochilas
het zijn vorkenson tenedores
het zwembadla piscina
hetzelfdelo mismo
hij heetél es nombre
hij is alleenél está solo
Hij komt uit AmerikaÉl es de Estados Unidos
Hij komt uit ColombiaÉl es de Colombia
Hij komt uit PanamaÉl es de Panamá
hij oefentél practica
Hij sport alle ochtenden.Él hace deportes todos mañanas.
Hij/zij/het/u weet...Sabe
Hoe gaat het?Cómo estás?
Hoe zeg je?Cómo se dice?
houden vanamar
hurenalquilar
I want youYo te quiero.
iedereentodos
iemandalguien
ietsalgo
ik ben drukyo estoy ocupado
Ik ben eenentwintig jaar oud.Tengo veintiuno años.
ik ben erg geïnteresseerdestoy muy interesado
Ik ga naar kantoor.Voy a la oficina.
Ik ga winkelen.Voy de compras.
ik geloofyo creo
Ik heb buikpijn.Tengo dolor de estómago.
Ik heb een allergie voor noten en pinda's.Tengo alergia a los frutos secos y a los cacahuetes.
Ik heb een boek nodigNecesito un libro
Ik heb griepTengo gripe
Ik heb het erg warm.Tengo mucho caliente.
Ik kan geen alcohol drinken, want ik rijd.Yo no puedo beber alcohol, por que yo manejo.
Ik kom uit BoliviaSoy de Bolivia
Ik kom uit ChiliSoy de Chile
Ik kom uit CubaSoy de Cuba
Ik kom uit de Dominicaanse RepubliekSoy de República Dominicana
Ik kom uit GuatemalaSoy de Guatemala
Ik kom uit HondurasSoy de Honduras
Ik kom uit NederlandYo soy de Holanda
Ik kom uit VenezuelaSoy de Venezuela
Ik maak een kop koffieYo hago una taza café
Ik moet met je pratenYo necesito hablar con tú
Ik weet het niet.No sé.
Ik weet...
in / open
informatie (Volgens adz-ion)la información
ja / wel
jeukcomezón
jij eettú comes
jij komt uittú eres origen
Jij komt uit ArgentiniëTú eres de Argentina
Jij komt uit BraziliëTú eres de Brasil
Jij komt uit MexicoEres de México
Jij komt uit NicaraguaEres de Nicaragua
Jij komt uit ParaguayTú eres de Paraguay
Jij komt uit UruguayTú eres de Uruguay
Jij weet...Sabes
journalist(e)periodista
juliojuli
Jullie (formeel) studerenustedes estudian
Jullie doen het erg goed.Hacéis eso muy bien.
Jullie gaan volgende week ook veel sporten, nietwaar?Vais a hacer mucho deporte la próxima semana, no?
Jullie hebben koortsTeneís fiebre
Jullie komen uit Puerto RicoVosotros sois de Puerto Rico
jullie schrijvenvosotros escribís
jullie zijn Spaansvosotros sois Españoles
juniojuni
Kan jij koffie maken?Puedes hacer café?
Kijk uit! of Let op!Cuidado!
kijkenmirar
kleindochternieta
kleinzoonnieto
kokencocinar
kont (straattaal)culo
kopencomprar
Kunnen jullie vanavond naar de discotheek?Podéis ir a la discoteca esta noche?
kunstenaar/kunstenaresartista
kut (straattaal)coño
la aduanade douane
la aerolíneade vliegtuigmaatschappij
la arañade spin
la aspiradorade stofzuiger
la autopista / la autovíade snelweg
la bebidahet drankje
la bicicletade fiets
la blusade blouse
la bufandade sjaal
la cabrade geit
la cafeterahet koffiezetapparaat
la calefacciónde verwarming
la callede straat
la camisahet overhemd
la camisetahet t-shirt
la carnehet vlees
la carterade portemonnee
la cebollade ui
la cenahet avondeten
la cervezahet bier
la chaquetahet jack
la ciudadde stad
la cocinahet fornuis
la coliflorde bloemkool
la comidahet eten
la copahet wijnglas
la corbatade stropdas
la cucarachade kakkerlak
la cucharade lepel
la discotecade discotheek
la embajadade ambassade
la escalade overstap
la escuelade school
la estación de trenhet treinstation
la estufahet fornuis
la excursiónde excursie
la faldade rok
la farmaciade apotheek
la fresade aardbei
la galletahet koekje
la gorrade pet
la habitación doblede tweepersoonskamer
la habitación individualde eenpersoonskamer
la hormigade mier
la iglesiade kerk
la impresorade printer
la jarrade karaf
la jirafade giraf
la lavadorade wasmachine
la lavavajillasde vaatwasser
la lechede melk
la llegadade aankomst
la maletade koffer
la mandarinade mandarijn
la mantequillade boter
la manzanade appel
la mariposade vlinder
la mesade tafel
la mochilade rugzak
la moto (-cicleta) (2 manieren)de brommer / de motor
la naranjade sinaasappel
la oficinahet kantoor
la ovejahet schaap
la palomade duif
la paradade halte
la patata / la papade aardappel (2 manieren)
la perade peer
la piñade ananas
la plazahet plein
la policíahet politiebureau
la primaverade lente
la radiode radio
la ranade kikker
la ratade rat
la refrigeradorade koelkast
la reservaciónde reservering
la rotondade rotonde
la salhet zout
la salidahet vertrek / de uitgang
la sandíade watermeloen
la semanade week
la serpientede slang
la servilletahet servet
la sopade soep
la tarjetade pas
la tazahet kopje
la televisiónde televisie
la teterade waterkoker
la tiendade winkel
la tortugade schildpad
la universidadde universiteit
la uvade druif
la vacade koe
la zanahoriade wortel
laatst(e)de último
las botasde laarzen
las bragasde onderbroek
las hierbasde kruiden
las judías / los frijolesde bonen (2 manieren)
las mallasde maillot
las sillasde stoelen
las zapatillasde sportschoenen
laterluego
later (vandaag)más tarde
leeftijd (Volgens adz-ion)la edad
lerenaprender
lesgevenenseñar
lezenleer
liefde (Los sustantivos volgens l'snor)el amor
links vana la izquierda de
longenpulmones
lopencaminar
los calcetinesde sokken
los cubiertoshet bestek
los guantesde handschoenen
los mariscosde zeevruchten
los vaquerosde jeans
luisterenescuchar
lul (straattaal)polla
lunchenalmorzar
Maak je veel reizen?Haces muchos viajes?
Maakt niet uit.No importa.
maarpero
mamamamá
managergerente
marzomaart
mayomei
meenemen / dragenllevar
meermás
mensengente
metcon
Met (veel) plezier!Con mucho gusto!
Met Kerstmis gaan we onze familie bezoeken.Vamos a visitar nuestra familia en navidad.
mijn beroep isyo soy profesión
mijn familiemi gente
mijn neef is moemi primo está cansado
mijn opa is oudmi abuelo está viejo
mijn opa is ziekmi abuelo está enfermo
mijn vriend is dronkenmi amigo está borracho
mijn zus is in de warmi hermana está confundida
min(der)menos
misschien (2 versies)tal vez / quizá
moedermadre
Morgen ga ik dansen.Mañana voy a bailar.
Morgenochtend gaan zij samen ontbijten.Mañana por la mañana ellos van a desayunar juntos.
nadespués de
naara
naastal lado de
nee / niet / geenno
neefprimo
nemen / drinkentomar
nichtprima
niemandnadie
niet meerya no
nietsnada
nodig hebbennecesitar
nogtodavía
nog een / een andereotro/a
nog een keerotra vez
nog niettodavía no
nooitnunca
normaal gesprokennormalmente
noviembrenovember
octubreoktober
oefenenpracticar
Oké (het is goed)Está bien
Oké (okay)Vale
om tepara
omaabuela
onder/benedenabajo de
ontbijtendesayunar
ontvangen / krijgenrecibir
ooktambién
ook niettampoco
oomtío
opaabuelo
openenabrir
ouderspadres
oversobre
papapapá
Pardon! (sorry / excuus)Perdón!
piloot/pilotepiloto
politieagent(e)policía
praten / sprekenhablar
proberentratar de
Proost! / Gezondheid! (Salut!)Salud!
rechts vana la derecha de
regelenarreglar
reizenviajar
rennen / hardlopencorrer
rijdenmanejar
rustendescansar
samenjuntos
schoondochternuera
schoonmakenlimpiar
schoonmoedersuegra
schoonvadersuegro
schoonzoonyerno
schoonzuscuñada
schrijvenescribir
septiembreseptember
snel (tijd)pronto
somsa veces
Sorry! (mea culpa / mijn fout)Disculpa!
sportman/-vrouwdeportista
steward(ess)azafata
stoppenparar
student(e)estudiante
studerenestudiar
sturen / verzendenenviar
tandartsdentista
tandendientes
tantetía
terugkomenregresar
They want to swim.Quieren nadar.
tieten (straattaal)tetas
tothasta
Tot de volgende keer!Hasta la próxima!
Tot gauw!Hasta pronto!
Tot gauw! (we zien elkaar (in de toekomst))Nos vemos!
Tot later!Hasta luego!
Tot morgen!Hasta mañana!
tussenentre
twee keerdos veces
u werktusted trabaja
uitleggenexplicar
uitnodigeninvitar
uitsprekenpronunciar
vaakmuchas veces
vaderpadre
van / uitde
venderverkopen
verlejos de
veranderen / wisselencambiar
vergetenolvidar
voetenpies
voorenfrente de
voor (tijd)antes de
voor / doorpor
vragenpreguntar
vriendamigo
vriend (relatie)novio
vriendinamiga
vriendin (relatie)novia
Waar gaan jullie stappen?Dondé vais de copas?
wachten / hopenesperar
want / omdatporque
wassenlavar
Wat betekent?Qué significa?
Wat doe je (voor werk)?Qué haces?
we zijn verdwaaldnosotros estamos perdidos
Welkom!Bienvenido!
werkentrabajar
Wij doen de boodschappen.Hacemos las compras.
Wij gaan kamperen.Vamos de camping.
Wij gaan op de fiets.Vamos en bicicleta.
Wij gaan over drie maanden kamperen.Vamos a camping en tres meses.
Wij hebben honger. Waar is een goed restaurant?Tenemos hambre. Dondé está un restaurante bien?
wij heten Andreas en Marikinosotros somos Andreas y Mariki
Wij komen uit El SalvadorNosotros somos de Salvador
Wij kunnen dat regelen.Nosotros podemos arreglar eso.
wij luisterennosotros escuchamos
wij proberennosotros tratamos de
Wij wetenSabemos
Wij willen niet gaan.No queremos ir.
wij wonennosotros vivimos
wij zijn familie van elkaarnosotros somos una familia
Willen jullie dat echt?Realmente queréis eso?
wonen / levenvivir
zekerde seguro
zeker zijn vanestar seguro de
Zij gaan op reis.Ellos van de viaje.
Zij gaan op vakantie naar Nederland.Ellos van de vacaciones a Holanda.
Zij gaat met de trein.Ella va en tren.
zij genietella disfruta
Zij heeft hoest en griepElla tiene tos y gripe
Zij is 25 jaar oud.Ella tiene veinticinco años.
zij is bezetella está ocupada
Zij kan goed zwemmen.Ella puede nadar bien.
Zij komen uit EcuadorEllos son de Ecuador
zij komen uit Mexicoellos son mexicanos
Zij komen uit SpanjeEllos son de España
Zij komt uit Costa RicaElla es de Costa Rica
Zij kunnen dat leren.Ellos pueden aprender eso.
Zij maken een reis.Ellos hacen un viaje.
Zij moeten nog iets afmaken.Tienen que terminar algo.
zij openenellos abren
zij reizenellos viajan
Zij wil wandelen.Ella quiere caminar.
zij zijn studentenellos son estudiantes
Zijn komt uit PeruElla es de perú
zoekenbuscar
zoonhijo
zushermana
zwagercuñado
zwemmennadar
één keeruna vez