Breakdown of Kun je de kalender ophangen, alsjeblieft?
Questions & Answers about Kun je de kalender ophangen, alsjeblieft?
With jij/je after the verb (as in a yes/no question), Dutch drops the final -t. So you get Kun je (not Kunt je). Examples:
- Werk je? (not Werkt je?)
- Heb je? (not Hebt je?) With u, you keep the -t: Kunt u…?
- Kun je…? literally asks about ability but is widely used for requests, like English “Can you…?”
- Wil je…? asks about willingness and often sounds a bit friendlier: “Would you like to…?”
- Zou je … willen…? is the most polite/soft: “Would you be willing to…?” Examples:
- Kun je de kalender ophangen?
- Wil je de kalender ophangen?
- Zou je de kalender willen ophangen?
Dutch sends non-finite verbs (infinitives/participles) to the end. With a modal like kunnen, the main verb stays as an infinitive at the end:
- Kun je de kalender ophangen?
The direct object (de kalender) comes before the verb cluster. Saying Kun je ophangen de kalender? is incorrect.
Ophangen is a separable verb (op + hangen). It separates only when the verb is finite or in the imperative. As an infinitive, it stays together.
- Statement: Je hangt de kalender op.
- Yes/no question: Hang je de kalender op?
- With a modal: Kun je de kalender ophangen? (stays together)
- Subordinate clause: …dat je de kalender ophangt. (one word)
- With te-infinitive: …om de kalender op te hangen. (op splits before te)
Object pronouns go before the verb cluster:
- Kun je hem ophangen?
You’ll often see the spoken contraction ’m: Kun je ’m ophangen?
Note: kalender is a de-word, so use hem (not het).
Both mean “please,” but:
- alsjeblieft = informal (with je/jij)
- alstublieft = formal/polite (with u) Examples:
- Kun je …, alsjeblieft?
- Kunt u …, alstublieft?
No. The comma is optional and reflects a small pause in speech. Both are fine:
- Kun je de kalender ophangen, alsjeblieft?
- Kun je de kalender ophangen alsjeblieft?
Most common:
- At the end: Kun je de kalender ophangen, alsjeblieft?
- At the beginning: Alsjeblieft, kun je de kalender ophangen? You can also insert it parenthetically with commas, but that’s less common in everyday writing.
Use jullie:
- Kunnen jullie de kalender ophangen, alsjeblieft?
For politeness: Willen jullie de kalender ophangen, alsjeblieft?
Imperatives don’t change for plural: Hang de kalender op, alsjeblieft.
Add a prepositional phrase before the verb cluster:
- Kun je de kalender aan de muur/in de keuken ophangen? Imperative:
- Hang de kalender aan de muur op, alsjeblieft.
Yes, sometimes. Ophangen means “to hang up (put in place).” Hangen can be transitive in this sense when you name the location:
- Kun je de kalender aan de muur hangen? (also fine) But ophangen emphasizes the act of putting it up; it’s the default for this task.
- Perfect: Heb je de kalender opgehangen?
- Simple past: Hing je de kalender op?
Past participle is opgehangen (prefix + ge + stem).
Use stressed jij:
- Kun jij de kalender ophangen?
This implies “Can you (as opposed to someone else) hang up the calendar?”
Yes—very common in Dutch requests:
- even (just/for a moment): Kun je de kalender even ophangen?
- maar (softening particle): Hang de kalender maar even op, alsjeblieft.
These make the request sound friendlier and less imposing.