Usages of nooit
Ik ben nog nooit in die stad geweest.
I have never been in that city.
Ik ga nooit zonder jas naar buiten.
I never go outside without a coat.
Sinds hij een nieuwe fiets heeft, komt hij nooit meer te laat.
Since he has a new bike, he is never late anymore.
Zonder het kompas zouden we de bergtop nooit hebben gevonden.
Without the compass we would never have found the mountain peak.
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.