Elon.io
ELON.IO
Sign inSign up
  1. Dutch
  2. /Negative Sentences
  3. /hebben

hebben

hebben
to have

Usages of hebben

Ik heb geen fiets.
I do not have a bicycle.
Zij heeft geen fiets.
She does not have a bicycle.
Het huis heeft geen tuin.
The house does not have a garden.
Mijn koffie heeft geen melk.
My coffee does not have milk.
Onze school heeft veel leerlingen.
Our school has many students.
Onze tuin heeft mooie bloemen.
Our garden has beautiful flowers.
Mijn ouders hebben veel broers en zussen.
My parents have many brothers and sisters.
Wie heeft de sleutel?
Who has the key?
Wat hebben we voor avondeten?
What do we have for dinner?
Waarom heeft hij geen fiets?
Why does he not have a bicycle?
Welke kleuren hebben de bloemen in de tuin?
What colors are the flowers in the garden?
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.

Start learning Dutch now

Mission
Team
Privacy
Terms
Sponsors
Donate

© 2025 Elon Automation B.V.