Usages of niet
Zij houdt niet van melk.
She does not like milk.
Jij hoort de hond niet.
You do not hear the dog.
Wij lopen niet naar de stad.
We do not walk to the city.
De kat is niet klein.
The cat is not small.
Vogels zwemmen niet.
Birds do not swim.
De auto is niet oud.
The car is not old.
Hij houdt niet van het boek.
He does not like the book.
Zij ziet het meisje niet.
She does not see the girl.
Zij zijn niet vriendelijk.
They are not friendly.
Ik zie de vogel niet.
I do not see the bird.
De hond is niet lief.
The dog is not sweet.
De vogels zingen niet.
The birds do not sing.
Ik zing niet.
I do not sing.
Zij gaan niet naar de stad.
They do not go to the city.
De jongen houdt niet van de stad.
The boy does not like the city.
Het meisje loopt niet naar school.
The girl does not walk to school.
Ik zwem niet in het meer.
I do not swim in the lake.
Zij houden niet van thee.
They do not like tea.
De school is niet oud.
school is not old.
Jouw fiets is hier niet.
Your bike is not here.
Haar vogels vliegen niet.
Her birds do not fly.
Onze auto gaat niet snel.
Our car does not go fast.
Mijn vriend houdt niet van koffie.
My friend does not like coffee.
Ons huis is niet oud.
Our house is not old.
Onze auto staat niet in de garage.
Our car is not in the garage.
Waarom eet de hond niet?
Why is the dog not eating?
Waarom is het water niet schoon?
Why is the water not clean?
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.
Your questions are stored by us to improve Elon.io
You've reached your AI usage limit
Sign up to increase your limit.