Usages of de bloem
De bloem is mooi.
The flower is pretty.
Bloemen zijn mooi.
Flowers are pretty.
Zij houdt van bloemen.
She likes flowers.
Zij verkopen geen bloemen.
They do not sell flowers.
Zij ziet geen bloemen.
She does not see flowers.
Haar bloemen zijn mooi.
Her flowers are pretty.
Onze tuin heeft mooie bloemen.
Our garden has beautiful flowers.
De bloemen zijn op de tafel.
The flowers are on the table.
Welke kleuren hebben de bloemen in de tuin?
What colors are the flowers in the garden?
Elon.io is an online learning platform
We have an entire course teaching Dutch grammar and vocabulary.