Vamos A1.1 8 - Vamos A1.1 - verbos para sobrevivir

QuestionAnswer
Ik weet...
Jij weet...Sabes
Hij/zij/het/u weet...Sabe
Wij wetenSabemos
Ik moet met je pratenYo necesito hablar con tú
Ik heb een boek nodigNecesito un libro
Ik maak een kop koffieYo hago una taza café
Wat doe je (voor werk)?Qué haces?
Maak je veel reizen?Haces muchos viajes?
Hij sport alle ochtenden.Él hace deportes todos mañanas.
Wij doen de boodschappen.Hacemos las compras.
Jullie doen het erg goed.Hacéis eso muy bien.
Zij maken een reis.Ellos hacen un viaje.
Ik kan geen alcohol drinken, want ik rijd.Yo no puedo beber alcohol, por que yo manejo.
Kan jij koffie maken?Puedes hacer café?
Zij kan goed zwemmen.Ella puede nadar bien.
Wij kunnen dat regelen.Nosotros podemos arreglar eso.
Kunnen jullie vanavond naar de discotheek?Podéis ir a la discoteca esta noche?
Zij kunnen dat leren.Ellos pueden aprender eso.
I want youYo te quiero.
Do you want a beer?Quieres una cerveza?
Zij wil wandelen.Ella quiere caminar.
Wij willen niet gaan.No queremos ir.
Willen jullie dat echt?Realmente queréis eso?
They want to swim.Quieren nadar.