Duits woordjes, Kapitel 3

QuestionAnswer
angeln
vissen
anspruchsvoll
veeleisend
anstrengen, sich
zich inspannen
beschäftigen, sich
zich bezighouden
bewerben, sich um
solliciteren naar
bislang
tot nu toe
bitten
vragen, verzoeken
da
omdat
das Ergebnis
het resultaat
das Gebäude
het gebouw
das Gerät
het apparaat
das Geschäft
de winkel
das Handy
het mobieltje
das Jahrhundert
de eeuw
das Lager
het magazijn
das Praktikum
de stage
das Schild
het bord
das Tor
de poort
das Verhalten
het gedrag
dennoch
toch
der Ausblick
het uitzicht
der Dünger
de mest
der Geschmack
de smaak
der Grund
de reden
der Jahnzehnt
een periode van tien jaar
der Kernkraftwerk
de kerncentrale
der Rabatt
de korting
der Ratschlag
het advies
der See
het meer
der Spaziergang
de wandeling
die Auseinandersetzung
de ruzie
die Auswahl
de keuze
die Bildung
de opleiding
die Farbe
de kleur
die Heizung
de verwarming
die Herstellung
de productie
die Hose
de broek
die Insel
het eiland
die Klassenarbeit
het proefwerk
die Lage
de situatie
die Lehrstelle
de opleidingsplaats
die Leistung
de prestatie
die Leute
de mensen
die Menge
de grote groep
die Umweit
het milieu
die Wand
de muur
die Zeitung
de krant
doof
stom
einfach
gewoon
einschalten
aandoen
entfernt
verwijderen
enthalten
bevatten
erlauben
toestaan
ersetzen
vervangen
erwähnen
vermelden
erzeugen
opwekken
gefragt
populair
gestalten
inrichten
hervorragend
uitstekend
immer
altijd
insgesamt
in totaal
manchmal
soms
offensichtlich
blijkbaar
pauken
hard studeren
reden
praten
trennen, sich
scheiden
umsteigen
overstappen
unbedingt
absoluut
verletzen
kwetsen
verletzt werden
overgaan
verringern
verminderen
verwandeln
veranderen
verzichten auf
afzien van
völlig
helemaal
weit
ver