wordlist examenwoordjes/ bu

QuestionAnswer
aangeven
to report
aanwijzing
clue
ability
talent
advanced
gevorderd
afkorting
abbreviation
alarmnummer
emergency number
als gevolg daarvan
consequently
average
gemiddeld
bankrover
bank robber
bekennen
to confess
bellen
ring/rang/rung
bende
gang
beroven
to rob
beschrijven
to describe
beschrijving
description
beschuldigen van
to accuse of
beschuldigen van
to charge with
beschuldiging- aanklacht
accusation-charge
bewaker
guard
bewijs
proof
bewijzen
to prove
bijna nooit
hardly ever
binden
bind/bound/bound
blazen
blow/blew/blown
blijken
to turn out
bovendien
moreover
buigen
bend/bent/bent
chanteren
to blackmail
compulsory
verplicht
curriculum
leerplan, vakkenpakket
daar komt nog bij
on top of that
daarna
afterwards
death penalty
doodstraf
diefstal
theft
doorzoeken
to search
dreigen
to threaten
dreigen
threat
duidelijk
obvious-clear
echter
however
evenzo,ook
similary
feit
fact
final
eindexamen
getuige
witness
gevangene
prisoner
gevangenis
prison/jail/gaol
gevangennemen
to capture
geweld
violence
gewelddadig
violent
gijzelaar
hostage
graduate
afstuderen
heel oud
ancient
hetzelfde
likewise
hoewel
though
hoofd
chief
houden
hold/held/held
huidig
current
in plaats daarvan
instead
inbraak
buglary
inbraak
buglary
inbreker
buglar
integendeel
on the contrary
intussen
meanwhile
jaarlijks
annual
jurist-advocaat
lawyer
kogel
bullet
kosten
cost/cost/cost
kraken
to squat
kraker
squatter
lenen aan
lend/lent/lent
meestal
usually
misdaad
crime
misdadiger/crimineel
criminal
mits, op voorwaarde dat
provided that
moord
murder
moordenaar
murderer
nauwkeurig/precies
accurate
niettemin
nevertheless
omkopen
to bribe
ondanks
despite
ondergaan
set/set/set
ondernemen
undertake/undertook/undertaken
onderzoeken
to investigate
onlang
lately
onmiddelijk
immediately
onschuld
innocence
onschuldig
innocent
ontkennen
to deny
ontvoeren
to kidnap
ontwaken
wake/woke/woken
ontwettig-illegaal
illegal
oordelen
to judge
overtuigen
to convince
pijn doen
hurt/hurt/hurt
plegen
to commit
politiebureau
police station
primary school
basisschool
proces
trial
progress
vooruitgang
qualified
bevoegd
random
willekeurig
rechtbank
court
rechter
judge
regel
regulation
richten/mikken
to aim
roof/beroving
robbery
scheuren
tear/tore/torn
schijnen
shine/shone/shone
schuld
guilt
schuldig
guilty
secondary school
middelbare school
skilled
geschoold
slaan
beat/beat/beaten
slachtoffer
victim
spoor
trace
staaf
bar
stalken
to stalk
steekpenning
bribe
steken, plak
stick/stuck/stuck
sterker nog
what's more
subject
vak
tegenover
opposite
terugtrekken
withdraw/withdrew/withdrawn
tijdelijk
temporary
to attend
bijwonen
to bully
pesten
to pass
slagen
toch
yet
uiteindelijk, ten slotte
eventually
uitspraak-oordeel
verdict
vaak
often
vanwege
because of
vanwege
due to
vegen
sweep/swept/swept
verbergen
to hide
verdacht
suspicious
verdachte
suspect
verdelen
to divide
verdenken
to suspect
verklaren
to state
verkrachten
to rape
verkrachting
rape
veroordelen
to condemn
vocabulary
woordenschat
volgens
according to
vonnis
sentence
vorige
previous
vrijlaten-loslaten
to release
werpen
cast/cast/cast
wet
law
wettig
legal
zaak
case
zakkenroller
pickpocket
zelfmoord
suicide
zinken
sink/sank/sunk
zwaaien
swing/swung/swung
zwemmen
swim/swam/swum