Using Question Words

QuestionAnswer
who
wie
Who is she?
Wie is zij?
what
wat
this
dit
What is this?
Wat is dit?
where
waar
museum
museum
Where is the museum?
Waar is het museum?
when
wanneer
When do we eat?
Wanneer eten we?
why
waarom
Why is the coffee cold?
Waarom is de koffie koud?
how
hoe
to work
werken
How does the car work?
Hoe werkt de auto?
Who has the key?
Wie heeft de sleutel?
What do you drink?
Wat drink jij?
Where is your sister?
Waar is jouw zus?
to come
komen
When does the bus come?
Wanneer komt de bus?
Why is the dog not eating?
Waarom eet de hond niet?
to open
openen
you (informal)
je
this
deze
How do you open this door?
Hoe open je deze deur?
The museum is here; where is the cinema?
Het museum is hier; waar is de bioscoop?
When do you drink coffee?
Wanneer drink jij koffie?
Why are your shoes under the bed?
Waarom zijn jouw schoenen onder het bed?
we
we
at, by
bij
How do we get to the park?
Hoe komen we bij het park?
there
er
What is inside the bag?
Wat zit er in de tas?
to live
wonen
Where does he live?
Waar woont hij?
the birthday
de verjaardag
When is your birthday?
Wanneer is jouw verjaardag?
Who drinks the milk?
Wie drinkt de melk?
What is on the table?
Wat ligt er op de tafel?
you (informal singular)
je
Why do you wait in front of the museum?
Waarom wacht je voor het museum?
for
voor
the dinner
het avondeten
What do we have for dinner?
Wat hebben we voor avondeten?
How do birds fly?
Hoe vliegen vogels?
of
van
Who does the car belong to?
Van wie is de auto?
Why is the water not clean?
Waarom is het water niet schoon?
Where are the ducks?
Waar zijn de eenden?
What are you selling?
Wat verkoop jij?
How do I stop this bike?
Hoe stop ik deze fiets?
Why does he not have a bicycle?
Waarom heeft hij geen fiets?
which
welke
the color
de kleur
What colors are the flowers in the garden?
Welke kleuren hebben de bloemen in de tuin?
Where do you swim in the river?
Waar zwem je in de rivier?
When is the cinema busy?
Wanneer is de bioscoop druk?
Why are the apples red?
Waarom zijn de appels rood?
Who is waiting for the bus?
Wie wacht op de bus?
late
laat
It is late.
Het is laat.
What time is it?
Hoe laat is het?
are
zijn
keys
sleutels
Where are my keys?
Waar zijn mijn sleutels?

Contributors